Welstand gemeente Zutphen
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Thema 7 Woonerven

Beoordelingscriteria

Onderstaande welstandscriteria gelden specifiek voor dit bebouwingsthema. Als een bouwplan niet aan deze specifieke welstandscriteria voldoet, kan een nadere beoordeling plaatsvinden op basis van de algemene welstandscriteria. Wellicht dat dit alsnog leidt tot een positief welstandsoordeel.

De voorgaande gebiedsbeschrijvingen en beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van deze beoordelingscriteria.

Criteria gelden slechts indien en voor zover het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt. 

Voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn afzonderlijke objectcriteria in de welstandsnota opgenomen.


Situering

  • Bij (vervangende) nieuwbouw is de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijke bebouwing richtinggevend.
  • Nieuwbouw sluit aan bij de ritmiek en de wijze van schakelen van de bestaande bebouwing in de omgeving. Het gaat om de stelselmatige toepassing van hoekoplossingen en verspringingen.
  • Woningen zijn met een eigen entreegebied of met voordeuren georiënteerd op de openbare ruimte.
Massa en vorm

  • De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving is het uitgangspunt bij uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
  • Het aantal bouwlagen en de kapvorm is afgestemd op de bouwhoogte en de -bouwmassa van de belendende bebouwing,
  • Bij- en aanbouwen blijven duidelijk ondergeschikt aan de hoofdmassa: dit betekent in het algemeen maximaal 1 bouwlaag, eventueel voorzien van een kap.
  • De bestaande kapvorm en kaprichting blijven gehandhaafd. Een plaatselijke verhoging van de nok wordt vormgegeven in overeenstemming met een reeds goedgekeurde oplossingen.
Gevels

  • De stijl en de materialisering van renovatie en/of vervangende incidentele nieuwbouw sluiten aan op die van de bebouwing in de omgeving.
  • De maat en schaal van de gevelindeling wordt gerespecteerd.
  • De vlakverdeling en ritmiek van de gevel worden in stand gehouden door compositie van raampartijen of door afwijkende behandeling van gevelvlakken.
  • De maatverhoudingen van bestaande gevelopeningen worden gehandhaafd.
  • Kopgevels die naar de openbare ruimte zijn gericht verkrijgen een duidelijke expressie.
  • De toevoegingen per woning zijn ondergeschikt aan de hoofdstructuur en de gevelritmiek van het woningblok.
  • Toevoeging als dakkapellen, erkers e.d. zijn in beginsel gestandaardiseerd en afgestemd op het specifieke architectonische karakter van de bebouwing.
Kleurgebruik

  • Hoofdmaterialen worden in aardkleuren toegepast.
  • Het gebruik van sterk contrasterende kleuren in grotere vlakken is ongewenst.
  • Kozijnen e.d. hebben een donkere kleurstelling.
  • Voordeuren, garagedeuren (en eventueel draaiende raamdelen) zijn in gedekte tinten geschilderd.
Materiaalgebruik

Detaillering

  • Bij renovatie of incidentele nieuwbouw is de specifieke detaillering van gevelopeningen, balkonhekken, deurluifels en dergelijke in de omgeving, maatgevend.
  • De detaillering bij aanpassing, renovatie of nieuwbouw verkrijgt ten minste de aandacht en expressie als die van de belendende bebouwing.
Afwerking erven

  • Erfafscheidingen bestaan uit gemetselde muren hagen of heggen, al dan niet voorzien van open en donker geschilderd hekwerk.
  • Zijerven gelegen aan de openbare ruimte hebben een zelfde afwerking als de voorerven.
  • De afscheiding op achtererven gelegen in het zicht van de openbare ruimte, bestaan uit hagen of heggen, al dan niet voorzien van open en donker geschilderd hekwerk, tot max. 2 meter. Uitvoering in hout is mogelijk mist degelijk en in gedekte kleuren uitgevoerd.
Objectcriteria

De objectcriteria voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn beschreven in hoofdstuk 6.

Kaart Thema 7