Thema 5 Tuindorpen en tuinwijken
Beleidsuitgangspunten welstand
De tuindorpen en tuinwijken hebben een duidelijke samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet en de zorgvuldige architectonische vormgeving. Relatief kleine ingrepen, zoals dakkapellen en bebouwing op de hoeklocaties kunnen het zorgvuldig opgebouwde beeld al snel verstoren. Dit geldt m.n. voor de complexen waarbij nog geen dakkapellen zijn geplaatst.
De zorgvuldige detaillering, het materiaal- en kleurgebruik zijn kenmerkend voor de tuindorpen en tuinwijken. Aanpassingen dienen met de nodige zorgvuldigheid te worden behandeld. Met name de positionering, de vormgeving, de herhaling van elementen en de samenhang binnen het bouwblok is karakteristiek en dient als straatbeeld gehandhaafd te blijven.
Per woningblok zijn variaties in architectonische detaillering mogelijk, mits deze per woningblok wordt doorgevoerd. Bij renovatie of nieuwbouw zijn moderne interpretaties van het architectonische karakter, mits goed gemotiveerd, mogelijk.
Differentiatie welstandsniveaus
Voor de complexen, gelegen in de omgeving van de Berkelsingel en de Tadamasingel, geldt welstandsniveau 1. (dit gebied is gelegen binnen de grens van het beschermd stads- en dorpsgezicht). De overige gebieden vallen in welstandsniveau 2.