5.2.3. Beoordelingscriteria historische kernen en bebouwingslinten
Algemeen
- In de structuur, de opbouw en de breedte van de bebouwing zijn het oorspronkelijke ruimtelijk karakter, met als uitgangspunt kleinschaligheid en diversiteit en de historische ontwikkeling afleesbaar.
Plaatsing en situering
- Bij nieuwbouw blijft de samenhangende en gesloten karakteristiek van de gevelwand behouden.
- De ritmiek van individuele gevels die met een eigen vormgeving, waarbij maatvoering en detaillering ieder een eigen karakter hebben, blijft behouden.
- Panden zijn rechtstreeks georiënteerd op de openbare ruimte. Toegangen naar publieksruimten en entrees van winkels steeds aan de straat situeren.
Massa en vorm
- Bij panden die een stedenbouwkundig geheel vormen, blijven toevoegingen per pand ondergeschikt aan de hoofdstructuur en de ritmiek van het geheel.
- De kapvorm en kaprichting sluiten aan bij die van de omgeving en het karakter van het pand.
- Een meer eigentijdse vormgeving van een kap, sluit aan bij de bestaande kapvormen.
Gevelopbouw
- Bij verbouw en renovatie worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd.
- De architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand blijft uitgangspunt in geval van splitsing.
- De individualiteit van de panden dient ten alle tijden gehandhaafd te blijven, ook als de diverse panden intern zijn geschakeld.
- In de horizontale gevelopbouw dient respectvol omgegaan te worden met de onderzijde (plint) en de bovenzijde (goot of kroonlijst).
- Toevoegingen van panden met relatief vlakke voorgevels (die door de ambachtelijke bouwkundige detaillering van ramen, kozijnen, deuren, luiken, puien, daklijsten, metselwerk, ornamenten etc. hun plasticiteit verkrijgen) zijn bij uitzondering toelaatbaar, mits ondergeschikt aan de totale gevelwand.
- De entrees naar bovenwoningen dienen in de straatgevel gehandhaafd te blijven. Bij (ver)nieuwbouw dienen dergelijke entrees bij voorkeur weer te worden aangebracht.
Kleur- en materiaalgebruik
- Het kleur- en materiaalgebruik is ondergeschikt en dient zodanig toegepast te worden dat deze de architectuur ondersteunt. Tevens is het dorpsbeeld ter plaatse mede bepalend voor de keuze van de kleur.
- Het kleur- en materiaalgebruik draagt bij aan het behoud van de kenmerken van het gebied, ondanks de (actuele) aanpassingen.