Thema 13 Bijzondere bebouwingscomplexen
Bestaande situatie
Algemeen
De instellingen, hoogbouw en winkelcentra liggen verspreid over de gehele gemeente en zijn in elke wijk aanwezig. Over het algemeen zijn ze goed bereikbaar vanaf het stedelijke hoofdwegennet en voor het openbaar vervoer. Aan de verschijningsvorm van de bebouwing en de inrichting van het terrein is veel aandacht besteed. De gevestigde instellingen zijn (semi-) openbaar, o.a. scholen, het paleis van justitie, de gebouwen in de stationsomgeving, de zorginstellingen en de gevangenis.
De winkelcentra zijn omgeven door ruime terreinen, afgestemd op de toestroom en aanwezigheid van grotere aantallen werknemers en klanten en het laden en lossen.
Hoogbouw komt in Zutphen op verschillende locaties voor. Diverse functies zijn in deze gebouwen gevestigd, zoals een verzorgingstehuis in de wijk Zuidwijken, gestapelde woningen in de Schildersbuurt en de Voorsterallee. De hoogbouwlocaties zijn in de wijk opgenomen, met een grote open ruimte eromheen, waarin parkeervoorzieningen en groen is opgenomen. Hoogbouw heeft een grote impact op de omliggende omgeving, die veelal is opgebouwd uit laagbouw die bestaat uit twee tot drie lagen. Hierdoor worden het oriëntatiepunten in de omgeving.
Stedenbouwkundige kenmerken
Karakteristiek voor de instellingen en instituten is de eigen identiteit van de bebouwing. In een aantal gevallen wordt de instelling gevormd door een aantal gebouwen, die op kleine onderlinge afstand zijn geplaatst of door lagere bebouwing is gekoppeld. Voorbeelden hiervan zijn o.a. het woonzorgcentrum Polbeek en de rechercheschool. De bebouwing is hoger dan de omliggende woonbebouwing.
De gebouwen zijn met hun (publieks)entrees georiënteerd op de openbare ruimte. Het parkeren is gesitueerd op het binnenterrein of het aangrenzende terrein.
De aantrekkelijkheid van deze instellingen is in een aantal gevallen ook terug te vinden in parkachtige opzet, zoals de omgeving van de Grote Gracht, de Coehoornsingel en de Vispoortgracht (Paleis van Justitie). De hogere bouwvolumes staan duidelijk los van elkaar en op grotere afstand van de straat.
De bijzondere complexen komen solitair voor of in ruimtelijke samenhang met andere bijzondere bebouwingscomplexen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval langs het spoor en in de omgeving van de vestingwerken, alsmede voorzieningenstroken in nieuwere wijken.
De aantrekkelijkheid van winkelcentra is in Zuidwijken gezocht in een parkachtige opzet. De bouwvolumes staan duidelijk los van elkaar en op grotere afstand van de straat.
De hoogbouwlocaties bestaan uit individuele bebouwing met een eigen karakter, of een samenhangend complex met een aantal gebouwen in vier tot acht lagen. De bebouwing is ver van de straat gesitueerd op een eigen terrein, waarbij parkeren en groenvoorzieningen zijn opgenomen. De bebouwing is met de entrees georiënteerd op de straat.
De aantrekkelijkheid van de hoogbouwlocaties bestaat onder meer uit de parkachtige, groene opzet in de omgeving. De bouwvolumes zijn individueel of geschakeld in kleinere volumes. Het maaiveld is hoogwaardig ingericht met het accent op parkachtig groen. Daarbij wordt veel zorg besteed aan de overgang van de openbare ruimte naar het (semi-)privé groen.
Kenmerken openbare ruimte
De instellingen maken doorgaans deel uit van het gemengde straatbeeld van de stad. De straten volgen de structuur van het omringende gebied en sluiten in profiel aan op de hiërarchie en het straatbeeld dat in die omgeving gebruikelijk is. Op enkele plekken sluit de inrichting van het eigen terrein aan op de bebouwing en wijkt daardoor af van de omgeving, zoals de school in de Voorsterallee.
De bebouwing is geplaatst op een groter terrein, dat een eigen hiërarchie en indeling op het gebied van straatprofielen, bestratingen en groenvoorzieningen heeft.
Kenmerken van het bebouwingsbeeld
Instellingen, hoogbouw en winkelcentra hebben een sterke eigen identiteit, in enkele gevallen zijn ze in dezelfde stijl als de omliggende woonwijk ontworpen. Alle bouwstijlen zijn voor deze instellingen toegepast, waarbij een sterke eigen architectonische expressie van belang is. De stedenbouwkundige inpassing vindt plaats door de ruime afstand tot de straat en de vorm / massa.
De bebouwing vertoont aan alle zijden een zelfde architectonisch uitgangpunt en kwaliteit. De hoofdentree is duidelijk vormgegeven en gekeerd naar de straat. De grotere bouwvolumes zijn horizontaal en verticaal geleed, zodat aangesloten wordt op de maat en de schaal van de stedelijke bebouwing in de omgeving. Daken zijn per bouwvolume plat of afgedekt met een kap.
De materialisering, de kleurstelling en de detaillering zijn afgestemd op het architectonische principe en de opbouw van de volumes. Voor de gevels komt veelvuldig metselwerk en stucwerk voor en grotere vlakken zijn onderverdeeld d.m.v. plaatmaterialen en glasvlakken. In de klassieke panden zijn veelal witte houten kozijnen opgenomen, de meer recente panden zijn voorzien van aluminium kozijnen en puien, waarbij de diverse kleuraccenten zijn aangebracht. Dakvlakken zijn meestal afgedekt met pannen of leien, in enkele gevallen met bitumen of gras.
13a Instellingen
Centrum - diverse locaties
Coehoornsingel e.o.
Voorsterallee / Polbeek
Schildersbuurt / Staatsliedenkwartier
Leesten / Zuidwijken
13b Hoogbouw
Staatsliedenkwartier, Karel Doormanstraat
13c Winkelcentra
Centrum - Hogestraatje
Zuidwijken
Aanwezige dynamiek
De zorgvuldige vormgeving van de bebouwing is het kenmerkende aspect van de instellingen. Bij verandering van bedrijf of type instelling, leidt dit zelden tot een ingrijpende wijziging in de bouwkundige of architectonische verschijningvorm van het gebouw.
Het winkelcentrum in het centrum staat op gespannen voet met de bestaande bebouwing, door de situering, de materialisering en kleurstelling. Door wisseling in de bedrijven, veranderen de reclames, de vlaggen en andere kleine onderdelen aan de gevel.
Voor het winkelcentrum in Zuidwijken zijn veelvuldig plannen gemaakt voor het overkappen, renovatie e.d.
De hoogbouw heeft een matige dynamiek doordat de complexen door een beheerder of een vereniging van eigenaren wordt beheerd. Hierdoor ontstaat een eenheid tussen de toegepaste kleur- en materiaalstelling.
Bij renovatie worden gehele complexen in een keer aangepakt, zodat per complex kleine verschillen aanwezig zijn, die zich vooral manifesteren in de kleurstelling van de draaiende delen of de hekwerken.
Verarming van het beeld kan ontstaan door het plaatsen van divese antennes of installaties op daken.