Thema 4 Lage gesloten bouwblokken (begin 20e eeuw)
Beoordelingscriteria
Onderstaande welstandscriteria gelden specifiek voor dit bebouwingsthema. Als een bouwplan niet aan deze specifieke welstandscriteria voldoet, kan een nadere beoordeling plaatsvinden op basis van de
algemene welstandscriteria. Wellicht dat dit alsnog leidt tot een positief welstandsoordeel.
De voorgaande gebiedsbeschrijvingen en beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van deze beoordelingscriteria.
Criteria gelden slechts indien en voor zover het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt.
Voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn afzonderlijke
objectcriteria in de welstandsnota opgenomen.
Situering
- Bij (vervangende) nieuwbouw is de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijke bebouwing richtinggevend.
- Nieuwbouw sluit aan bij de ritmiek van de bestaande bebouwing in de omgeving: symmetrie in massa, kapvorm en gevelindeling wordt stelselmatig toegepast.
- De panden staan georiënteerd op de openbare ruimte. De voordeuren van de woningen zijn steeds direct bereikbaar vanaf de openbare ruimte.
- Bergingen zijn inpandig gelegen of aan de achtergevel.
Massa en vorm
- Uitgangspunt is de herhaling van kleine eenheden in het straatbeeld.
- De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving is het uitgangspunt bij uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
- Het aantal bouwlagen en de kapvorm is afgestemd op de bouwhoogte en de -bouwmassa van de belendende bebouwing.
- De goothoogte wijkt per architectonische eenheid enigszins af van de belendende panden (bouwblokken).
- De goothoogte van bebouwingsaccenten verschilt maximaal een verdieping met die van de hoofdmassa.
- De gevels worden beëindigd door een forse kap of een duidelijk geprofileerde lijst of een dakoverstek.
Gevels
- Bij verbouw en renovatie worden de oorspronkelijke gevelopbouw, ornamentiek en het materiaal- en kleurgebruik gerespecteerd.
- Bij nieuwbouw vormt de bebouwing in de omgeving v.w.b. stijlkenmerken en materialisering het uitgangspunt.
- De maatverhoudingen van bestaande gevelopeningen worden gehandhaafd.
- Eenmaal toegestane toevoegingen zijn in beginsel de standaard uitvoering voor de overige woningen in de architectonische eenheid (verwezen wordt naar standaard voorbeelden).
- De vormgeving van entree en de ritmiek van de panden worden zorgvuldig behandeld.
- Bij verbouwing en renovatie wordt oorspronkelijke ornamentiek zorgvuldig bewaard. Bij (ver)nieuwbouw wordt de ornamentiek geïnterpreteerd op basis van de oorspronkelijke detaillering.
Kleurgebruik
- Hoofdmaterialen worden in aardkleuren toegepast, in combinatie met donkere of rode dakpannen.
- Het gebruik van sterk contrasterende kleuren in grotere vlakken is ongewenst.
- Kozijnen e.d. hebben een lichte kleurstelling.
- Hoofdmaterialen worden in aardkleuren toegepast, in combinatie met donkere of rode dakpannen.
Materiaalgebruik
- Bij (ver)nieuwbouw worden baksteen toegepast, eventueel in een beperkte kleurvariatie, en gewelfde dakpannen.
- Bij verbouwing of renovatie is het oorspronkelijke materiaal en kleurgebruik tot uitgangspunt genomen.
- Gevels worden hoofdzakelijk opgetrokken uit baksteen, daken worden afgedekt met keramische (niet geglazuurde) gewelfde pannen. Plinten zijn van stucwerk.
- Kozijnen zijn van hout of materialen met een vergelijkbare profilering en kleuring.
- Glas, spiegelende oppervlakken, kunststof en volkern plaat worden niet toegepast bij beplating van gevels.
Detaillering
- Bij renovatie of nieuwbouw wordt zorgvuldig omgegaan met de kenmerkende ornamentiek als overstekken, dak- en gevellijsten, siermetselwerk en speklagen. (herstel, interpretatie of reactie)
- Specifieke detaillering van gevelopeningen e.d. worden met aandacht voor de expressie ontworpen.
Afwerking erven
- Erfafscheidingen aan de straatzijde bestaan uit lage gemetselde muurtjes in combinatie met open sierhekwerken met verticale spijlen. (donker geschilderd). Tuinmuren, poorten e.d. hoger dan 1 m. worden in de rooilijn geplaatst.
Objectcriteria
De objectcriteria voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn beschreven in hoofdstuk 6.