Welstand gemeente Zutphen
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Thema 1 Historische stedelijke bebouwing

Bestaande situatie

Algemeen

Het historische stadscentrum van Zutphen heeft een lange ontstaansgeschiedenis en vormt een ruimtelijke eenheid waarin de middeleeuwse stedelijke structuur duidelijk herkenbaar is. Deze structuur is ontstaan doordat Zutphen lang binnen de contouren van de stadswallen is gegroeid en daardoor een relatief hoge bebouwingsdichtheid en scherpe gebiedsgrenzen heeft. Dit is o.a. zichtbaar bij de Martinetsingel, het Stationsplein, de Isendoornstraat en de Berkelkade.

Zutphen is door verschillende oude en nieuwe routes verbonden met het omringende stedelijke en agrarische gebied. De uitvalswegen zijn de Emmerikseweg in het verlengde van de Spittaalstraat, de Warnsveldseweg als verlengde van de Laarstraat en de Burg. Dijckmeesterweg en de Deventerweg in het verlengde van de Nieuwstad. Tevens vormt de IJssel een belangrijke waterweg die Zutphen verbindt met Deventer en Arnhem.

Voor de wijde omgeving heeft Zutphen een functie als economische motor en als vestigingsplaats van stedelijke en regionale voorzieningen. Daardoor vervult zij een belangrijke rol voor de eigen bevolking, voor de regionale bevolking en tevens voor toeristen.

De binnenstad van Zutphen is als een groot monument te beschouwen: een historisch architectonisch en stedenbouwkundig geheel. Dit hele gebied valt binnen het beschermd stadsgezicht.

Stedenbouwkundige kenmerken binnenstad

De binnenstad is opgedeeld in drie delen: de Oude Stad, de Nieuwstad en de Spittaalstad. Deze delen zijn goed waar te nemen in de huidige situatie. De grens tussen de Oude Stad en de Nieuwstad wordt gevormd door de Berkel, de grens tussen de Oude Stad en de Spittaalstad wordt gevormd door de huidige Paardenwal-Boompjeswal en de Martinetsingel.

De Nieuwstad wordt gekenmerkt door een regelmatig stratenpatroon, in tegenstelling tot het grillige stratenpatroon van de Oude Stad. Tussen het stratenpatroon, de bebouwingswijze en de inrichting van de openbare ruimte bestaat een hechte samenhang. Zutphen heeft een organisch gegroeid stratenpatroon in een duidelijke hiërarchie met gesloten bouwblokken.

De rooilijnen volgen het middeleeuwse verloop dat vrijwel nergens recht is en veel niet-haakse hoeken kent. Het gebogen verloop van straten en pleinen geeft een bijzondere charme en een grote beslotenheid.

De bebouwingswanden langs de hoofdstraten en pleinen vormen de scheiding tussen openbaar en privé-gebied. Binnen dit patroon liggen pleinen en verbrede straten met daaraan gesitueerd grotere openbare gebouwen van maatschappelijke en culturele aard, zoals het gemeentehuis en de kerken (b.v. de Sint Janskerk). Deze gebouwen ondersteunen door hun afwijkende massa, vorm en afwerking de oriëntatie binnen het centrum. Hogere accenten, zoals de (kerk)torens hebben dezelfde functie.

In het stratenpatroon is een sterke hiërarchie aanwezig. De bereikbaarheid van de (hoofd)straten en pleinen onderling, wordt vergroot door de aanwezigheid van stegen.

De schaarste aan bouwgrond leidde vaak tot een smalle parcellering met daarop geplaatst individuele panden met onderling geringe of geen tussenruimte. Straatwanden langs hoofdstraten hebben een wisselende hoogte van twee of drie verdiepingen, waarbij elk pand een eigen karakter heeft door de aanwezigheid van diverse stijlkenmerken. Op veel middeleeuwse straathoeken zijn zeer fraaie hoekoplossingen aanwezig, zoals bijvoorbeeld aan de Turfstraat. Dit is karakteristiek voor Zutphen

Kenmerken van de openbare ruimte in de binnenstad

Kenmerkend voor de openbare ruimte is de beslotenheid in het straatbeeld en het stenige karakter van de inrichting. Boombeplanting wordt aangetroffen op het 's Gravenhof en de Groenmarkt. Het overige groen bevindt zich op binnenterreinen en in privé tuinen. Daar waar deze een openbaar karakter hebben, zoals het Oude Bornhof en andere hofjes, of zichtbaar vanaf het openbaar gebied, vormen ze een belangrijk element in de belevingswaarde van de stad. Aan de rand van de binnenstad, ligt een uniek stuk groen met een zeer bijzondere belevingswaarde, het gebied langs de Martinetsingel met tuinen, moestuinen en boomgaarden aan de voet van de middeleeuwse stadsmuur en het gezicht op de oude stad.

In de profielmaten is een duidelijk onderscheid aanwezig tussen hoofdroutes, straten, pleinen en stegen. Soms lopen pleinen en hoofdroutes geleidelijk in elkaar over.

De straatprofielen hebben door de profilering en de detaillering nog een passend karakter voor het historische stadsbeeld. Op enkele plaatsen is het profiel aangepast t.b.v. trottoirs en parkeerstroken. De bestrating bestaat uit gebakken materialen, op belangrijke plekken vaak aangevuld met natuursteen. Aan de vormgeving en kleurstelling en plaatskeuze van straatmeubilair, zoals verlichting, kiosken, hekken paaltjes e.d., wordt grote zorg besteed.

Karakteristiek is dat de voorgevel direct aan de straat staat, gescheiden door een privé-stoep. Dit is voornamelijk bij de panden gebouwd voor 1930 aanwezig. Stoepen sluiten in vormgeving en materiaal aan op het pand. Vooral in de bredere straten werden deze stroken voor elk pand anders ingericht. De aanwezigheid van deze particuliere zone draagt sterk bij aan het historische straatbeeld.

Kenmerken van de bebouwing in de binnenstad

Kenmerkend in de binnenstad van Zutphen, is het monumentale karakter van het historisch gegroeide architectonisch, stedenbouwkundige geheel. Binnen het middeleeuwse stratenpatroon, hebben zich door de eeuwen heen voortdurend wijzigingen voorgedaan door nieuwbouw, sloop of verbouw van individuele panden. Het straatbeeld wordt bepaald door het middeleeuwse stratenpatroon, met enigszins verlopende rooilijnen, een verticaal ritme van gevelvlakken en gevelindeling en een grote variatie in bouwhoogtes. Verschillen in kleur, ornamentiek en detaillering zorgen voor een duidelijke herkenbaarheid van de individuele panden. Toch wordt de bebouwing gekenmerkt door een bijzondere eenheid, welke voornamelijk wordt bepaald door eenheid van schaal en bouwstijl. Dit is in de loop der jaren gegroeid doordat vele gebouwen uit de diverse periodes door hun modernisering dezelfde kenmerken hebben gekregen. Over het algemeen komen de kozijnindelingen vanaf de 19e eeuw voor, zodat de stad op het eerste gezicht een 19e eeuwse indruk maakt. Aan de expressie van de gevelopeningen is meestal veel aandacht besteed. Het gaat daarbij om de eventueel toegevoegde ornamentiek zoal raam- en deurlijsten. Ook de maatvoering, de plaatsing t.o.v. het gevelvlak en de kleurstelling van de kozijnen speelt daarbij een rol.

Voorgevels zijn relatief vlak gehouden en verkrijgen door toevoeging van ornamenten en door de ambachtelijke detaillering van gevelopeningen en lijsten hun plasticiteit.

Gepleisterde gevels en schoon metselwerk komen afwisselend voor door de gehele stad. Baksteen, al dan niet afgewerkt met een stuclaag, is het belangrijkste bouwmateriaal. De daken zijn in de meeste gevallen afgedekt met gebakken rode en grijs/antraciet pannen. Overwegend zijn de lijstgevels, afgewisseld met topgevels.

Gebouwen met een bijzondere functie zijn in veel gevallen door hun forsere massa, prominente plaatsing en uitvoerige detaillering goed te onderscheiden. Vrijwel alle bebouwing bestaat uit drie of meer lagen met een forse kap en staat direct gericht naar de openbare ruimte. De panden zijn tegen elkaar gebouwd of los van elkaar geplaatst, met smalle tussenruimten.

Aanwezige dynamiek

In Zutphen is sprake van een hoge dynamiek: de ruimtebehoefte is groot (met name op het gebied van winkels) terwijl de beschikbare ruimte beperkt is. Functieverandering van panden, schaalvergroting, presentatiebehoefte van semi-openbare functies, zijn aanleiding om wijzigingen aan panden te brengen of tot een verdere te verdichting over te gaan. Tegelijk kunnen zich plaatselijk tekenen van achteruitgang en verval voordoen, zoals leegstand, verwaarlozing van panden en afbraak.

De toename van het verkeer en de behoefte aan aantrekkelijke voetgangersgebieden dwingen soms tot ingrepen in de inrichting van de openbare ruimte.

Deze aanpassingen zijn vaak noodzakelijk, maar kunnen bij een minder zorgvuldige begeleiding de kwaliteit en de leefbaarheid van historische stedelijke gebieden aantasten.

In de Ontwikkelingsvisie van de Gemeente Zutphen 2020 zijn de volgende beleidsuitgangspunten voor het ontwikkelen van de middeleeuwse stad en het IJsselfront beschreven:
  • Het verhogen van het verzorgingsniveau, het uitbreiden van het verkoopvloeroppervlak
  • Het onderkennen dat de binnenstad uit verschillende winkelgebieden bestaat
  • Het versterken van de ruimtelijke structuur
  • De relatie met de binnenstad en de IJsselkade versterken
  • De historische binnenstad versterken en benutten als sterke troef voor het toerisme
  • Het nastreven van de synergie tussen het noorden van het stationsgebied en de binnenstad
  • Het voorzien in voldoende parkeer en stallingsvoorzieningen
  • Het verlevendigen van het stadsbeeld
Kaart Thema 1Torens als oriëntatiepunten voor de omgevingRitmiek van individuele panden, waarbij elk pand een eigen karakter heeftDiverse functies naast elkaar gegroepeerdHistorische ontwikkeling afleesbaar: contrast/aansluiten in volumes en parcelleringHechte samenhang tussen bebouwing en openbare ruimte d.m.v. bordessen e.d.Gesloten straatwanden als scheiding tussen openbaar en privé