Inrichting openbare ruimte

Kenmerkend voor een Hanzestad als Doesburg is dat de inrichting van de openbare ruimte sober en doelmatig is. Behoudens enkele bijzondere plekken was de openbare ruimte niet nadrukkelijk vormgegeven, zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij renaissancesteden. Het grondvlak van straten en pleinen bestond van oorsprong uit een smalle half-private zone vlak langs de gevels (stoepen, pothuizen, kelderluiken) en een van oorsprong meestal niet nader ingedeelde openbare zone daartussen. Deze tweedeling is uitgangspunt voor de toekomstige inrichting.

Richtlijnen

  • De openbare ruimte heeft een eenduidige en rustige uitstraling
  • respect voor aanwezige historische bestratingen, particuliere stoepen, pothuizen en karakteristieke bomen etc.
  • aandacht voor hoogwaardige materialen (bijvoorbeeld klinkers, keien, natuursteenbanden en goten)
  • Buiten de wisselstrook is de straat in principe vrij van obstakels
  • Noodzakelijke objecten worden in principe aan de rand geplaatst
  • Elementen in de ruimte mogen het straatbeeld niet domineren maar dienen ‘onopvallend’ aanwezig te zijn
  • Bij verlichting in de straten wordt gedacht aan verlichting aan de gevel
  • Afwateringsgoten etc. dienen bij voorkeur geplaatst te worden op de grens van de wisselstrook en de straat of bij smalle straten in het midden en zullen zo de bebouwingslijn volgen
  • Elementen als bankjes etc., maar ook fietsenrekken en grote bomen dienen op een plek gesitueerd te worden waar de ruimte zich er voor aanbiedt
  • Bij plaatsing van vaste objecten moet wel gelet worden op het beoogde multifunctionele karakter van pleinvormige ruimtes

Bestrating

  • Eenvoudige en rustige materialen toepassen
  • Aanwezige historische bestratingsmaterialen (rode gebakken klinkers, keien, natuursteenbanden en goten) en patronen worden zoveel mogelijk gehand–haafd of hergebruikt
  • Bij vernieuwing worden dezelfde materialen toegepast, of materialen met een vergelijkbare uitstraling
  • De hoofdstraten krijgen een chiquere uitstraling (meer natuursteen), de overige straten vooral gebakken klinker
  • bijzondere plekken en ter plaatse van poorten kan met bijzondere materialen een verbijzondering worden aangebracht
  • De bestrating ligt in principe op één niveau en is altijd specifiek ontworpen op de plek

Bomen

De straten van de binnenstad hebben van oorsprong een stenig karakter. De fraaie historische gevels bepalen het beeld. De lineaire openbare straten zijn relatief smal en er is weinig ruimte voor groen van formaat.

  • Bomen in de binnenstad zijn alleen op zijn plaats als de voorwaarden aanwezig zijn om uit te groeien tot bomen van formaat
  • Op bijzondere plekken als straatverbredingen, kruisingen en rond de Martinikerk is soms plaats voor enkele solitaire, markante bomen
  • Solitaire bomen die beschutting gaven of een verfraaiing vormden voor het straatbeeld

afdrukken