3.6 Recente woonbuurten
Als reactie op de seriematige architectuur en stedenbouw vindt eind jaren ’80 een omslag plaats in het ontwerp van nieuwe woongebieden. De woningnood is achter de rug en er wordt meer marktconform gebouwd.
De structuur van de wijken is rechtlijniger dan in de jaren ’70 en ’80. De bebouwing is echter veel minder samenhangend: verschillende stijlen worden vaak gecombineerd in één wijk.
Stedenbouw
Eind 20e eeuwse en begin 21e eeuwse woongebieden worden gekenmerkt door een heldere stedenbouwkundige opzet. De straten zijn recht of licht gebogen en er is een duidelijke indeling in woonstraten en wijkontsluitingswegen. Door de heldere opzet van de openbare ruimte en de grote variatie in woningtypen, onderscheiden deze gebieden zich van de planmatig woningbouw in de jaren ’50 tot ‘80.
Architectuur
De architectuur varieert van buurt tot buurt. Er ontstaan verschillende wijken met een eigen architectuurstijl, variërend van neo-traditioneel (jaren 30-stijl) tot neo-modern (kubisme, staal, beton, glas). Het platte dak wordt op diverse plekken geïntroduceerd. Op andere plekken komen de gebakken dakpannen terug. De laatste jaren zijn ook enkele buurten met vrijstaande woningen gebouwd, waarbij binnen één straat verschillende architectuurvormen voorkomen. Daar is geen samenhang in architectuur: traditionele vormgeving en moderne vormgeving wisselen elkaar af. Gevelmaterialen- en kleuren variëren.
Beleid
Het beleid is erop gericht om de heldere stedenbouwkundige structuur in stand te houden, alsmede de samenhang binnen de verschillende buurten. Op plekken waar sprake is van een specifieke architectuur per kavel, wordt bij bouwplannen aangesloten op de architectuurstijl van het betreffende pand.
Gewenst beeld
Het in stand houden van het heldere stedenbouwkundige patroon en de samenhang in de bebouwing op buurtniveau, is van belang voor de huidige kwaliteit. Bouwplannen dienen aan te sluiten op de overheersende architectuur in de buurt, mits daarvan sprake is.
Andere aandachtspunten zijn:
- aansluiten op bestaande kwaliteiten, kleuren en vormgeving;
- heldere hoofdvorm van de woningen in stand houden;
- aan- en uitbouwen blijven ondergeschikt aan het hoofdgebouw, en worden in samenhang met het hoofdgebouw ontworpen.









