3.1 Centrum
Het oorspronkelijke centrum van Brunssum is ontstaan in de middeleeuwen, op een knooppunt van wegen. Tot het begin van de 20e eeuw was Brunssum een klein kerkdorp aan de Dorpstraat. Toen rond 1918 de winning van steenkool begon in de staatsmijn Hendrik, groeide Brunssum in korte tijd uit tot 30.000 inwoners. Het centrumgebied verplaatste zich van de Dorpsstraat naar de Kerkstraat.
Stedenbouw
De stedenbouwkundige structuur van het centrum is vooral het gevolg van een natuurlijke ontwikkeling door de groei van het aantal inwoners, de mijnen, de handel en landschappelijke invloeden zoals de hoogteverschillen.
Er zijn een aantal elementen die bijzonder zijn in het centrum van Brunssum. De bebouwing is veelal per pand gebouwd en staat dicht op elkaar. De geschiedenis van het centrumgebied is af te lezen uit het stratenpatroon en de pleinen en uit de situering, vormgeving en leeftijd van diverse (opvallende) gebouwen.
Het centrum heeft een “ei-vorm” met de Kerkstraat als centrale winkelstraat, met daaromheen een ontsluitingsring voor het verkeer.
Veel gebouwen zijn relatief kleinschalig, uitgezonderd kerken, bijzondere gebouwen en enkele grote winkels en kantoren. Aan de randen van het centrum staan nieuwere appartementen (Koutenveld), jaren ’50 rijtjeshuizen en jaren ’70 appartementen boven winkels (Pastoor Savelbergstraat).
Architectuur
Er zijn grote verschillen in architectuur, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik, nokrichting en bebouwingshoogte. De bouwperiode van een pand is meestal af te lezen aan de architectuur. De architectuur is daardoor gevarieerd. Een aantal panden hebben een sterk historisch karakter, met een waardevolle historische uitstraling en bijzondere kenmerken in de vormgeving zoals verbijzondering van dakgoten, dakkapellen, deuropeningen, metselwerk boven de ramen, entrees en erkers.
Een aantal andere panden zijn in de jaren ’50 en ’60 toegevoegd en zijn sober vormgegeven. Ze sluiten niet altijd even goed aan op de omliggende bebouwing in de Kerkstraat.
Enkele nieuwere panden met een eigentijdse architectuur, sluiten qua maat en schaal juist wel goed aan bij de centrumbebouwing
Beleid
Het beleid is erop gericht om het waardevolle, deels historische karakter van het centrum te behouden. Nieuwe ingrepen moeten zorgvuldig worden ingepast. Dat betekent niet dat er per definitie gebouwd wordt in eenzelfde historische architectuur als in de directe omgeving. Eigentijdse architectuur die past in de schaal en karakteristiek van het gebied is ook goed mogelijk.
Gewenst beeld
Bestaande kwaliteit moet behouden blijven. Nieuwe ontwikkelingen worden zorgvuldig ingepast in de schaal, maat en uitstraling van de (historische) omgeving. Eigentijdse architectuur is goed mogelijk, mits deze met respect voor de maat en schaal van de omgeving wordt gerealiseerd.
Andere aandachtspunten zijn:
- aansluiten op bestaande kwaliteiten van de omgeving als het gaat om situering, vormgeving, kleuren en details;
- heldere hoofdvorm en kapvorm in stand houden;
- aan- en uitbouwen blijven ondergeschikt aan het hoofdgebouw; ▪
- oriëntatie van de gebouwen op de openbare ruimte;
- vrijstaande en afwisselende gebouwen met ruimtes er tussen of tegen elkaar aan geplaatst (afhankelijk van de plek), individuele uitstraling van panden in stand houden;
- dakkapellen sluiten aan op de architectuur van het pand.








