Thema 16 Buitengebied
Bestaande situatie
Algemeen
Het Zutphense buitengebied heeft een beperkte omvang en ligt met name aan de oost-, zuidoost-, en westzijde van de stad. Het buitengebied van de gemeente is echter niet versnipperd. Dit komt omdat gebieden zoals De Mars of het gebied Voorsterallee, landschappelijk een eenheid vormen met de aangrenzende gebieden buiten de gemeentegrens. Anderzijds bestaan er sterke ruimtelijke relaties tussen de stad en het buitengebied. De groene dooradering van het stedelijk gebied, onder meer met de zogenaamde 'Groene Vingers' en de 'Stadsas' (zie Structuurvisie Zutphen 2020), zorgt voor een sterke verankering van de stad in het landschap.
Stedenbouwkundige kenmerken
Zutphen kent twee landschappelijke gezichten in het buitengebied. Dit zijn is het rivierenlandschap met de daarbij behorende uiterwaarden en de landgoederen, waaronder het landschap van de Graafschap.
Elk van deze landschappen heeft zijn eigen kenmerken, kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden. Het dal van de IJssel heeft een heel open karakter. De landgoederen, gelegen in het oosten, kenmerken zich door een kleinschalige afwisseling van bospercelen en akker- en weilanden.
Kenmerken openbare ruimte
De infrastructuur in het buitengebied bestaat uit verharde en deels onverharde wegen. Door de aanwezigheid van natuur, akkerbouw en de schaarse bebouwing, kan de openbare ruimte gekarakteriseerd worden als een open en groen landschap. Bij de bebouwing komt een eigen terreininvulling voor, die veelal een groen karakter heeft.
Kenmerken van het bebouwingsbeeld
De bebouwing in het buitengebied wordt gekenmerkt door de grote bouwmassa's en de grote afstand van de bouwblokken onderling. Clusteringen van gebouwen komen voor bij boerderijen, bedrijven en recreatieve voorzieningen. De bebouwing heeft afhankelijk van de locatie en de functie een eigen karakteristiek.
In het buitengebied zijn de volgende bebouwingsthema's van toepassing:
16a De traditionele boerderij in het buitengebied
16b Overige boerenerven in het buitengebied
16c Recreatiewoningencompex/recreatiegebied
16d Bedrijven in het buitengebied
16e Woningen in het buitengebied
16a De traditionele boerderij in het buitengebied
De agrarisch complexen in gemeente Zutphen zijn van oudsher vrij bescheiden van omvang. Woonhuis en bedrijfsgedeelte waren in één gebouw ondergebracht. Vrijstaande bijgebouwen waren ondergeschikt van omvang.
De boerderij met haar directe omgeving vormt een onlosmakelijk onderdeel van het totale cultuurlandschap. Het beeld van het buitengebied van Zutphen wordt ook nu nog bepaald door streekeigen boerderijen.
Deze oudere erven nemen een eigen positie in binnen het landschap en zijn daarnaast belangrijke schakels in de landschappelijke structuur. De oude gebouwen vormen een waardevol en cultuurhistorisch erfgoed. Het beeld van het buiten gebied van Zutphen wordt ook nu nog in belangrijke mate bepaald door streekeigen boerderijen. De rijen zijn meestal van het hallehuistype waarbij ook de variant van het krukhuis voorkomt. Vaak zijn de plankengevels, ossenbloedrood of groen geschilderd. De windveren worden sinds de vorige eeuw meestal wit geschilderd en doen de boerderij duidelijk uitkomen in het landschap. De steile dakhelling vertoont ter hoogte van de gebintstijlen een lichte knik. De schoorsteen is doorgaans niet op de nok geplaatst, maar steekt ergens halverwege de dakschilden boven het dak uit. Het krukhuis deed omstreeks het laatste kwart van de 19e eeuw zijn intrede, waarbij de vormgeving vaak geïnspireerd was op de stedelijke bebouwing uit die tijd en dus rijk geornamenteerd.
Er is sprake van een traditionele boerderij in het buitengebied indien:
- het hoofdgebouw van het (voormalige) agrarische bedrijf vóór 1940 tot stand is gekomen of wanneer sprake is van een beschermd monument en
- als agrarisch gebouw tot stand is gekomen en
- het gebouw wordt gekenmerkt door een oorspronkelijke karakteristiek, in bouwvorm of in uitvoering (materiaal, kleur en detaillering)
16b Overige boerenerven in het buitengebied
Moderne ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de agrarische wooncultuur hebben geleid tot loskoppeling van het woon- en bedrijfsgedeelte en tot een sterke schaalvergroting van de bedrijfsgebouwen. De vormgeving van de agrarische bedrijfsgebouwen is strikt functioneel. Het uiterlijk en de ruimtelijke samenhang in het totale complex en het landschap spelen vaak een ondergeschikte rol. Landbouw en veeteelt hebben steeds meer een industrialisering.
Er is sprake van een "overig boerenerf' indien:
- het agrarische bedrijfsgebouwen/complexen betreft die niet vallen onder het bebouwingsthema "de traditionele boerderij in het buitengebied".
16c Recreatiewoningencomplex / recreatiegebied
In het buitengebied is sprake van diverse recreatie voorzieningen, zoals de Bronsbergen (zie ook hfdst. 4.8).
16d Bedrijven in het buitengebied
De bedrijven in het buitengebied hebben ieder een eigen uitstraling, die mede door het type bedrijf wordt bepaald. De bebouwing bestaat uit een tot twee bouwlagen, al dan niet afgedekt met een hellend of plat dak. De materialisering is divers en bestaat uit metselwerk of stalen beplating voor de gevels en pannen of stalen beplating voor de daken.
Er is sprake van een "bedrijf in het buitengebied" indien:
- het een bedrijf is, gelegen in het buitengebied en niet aangemerkt wordt als een (traditionele) boerderij in het buitengebied, overige boerenerven, of een recreatiegebied.
16e Woningen in het buitengebied
Woningen in het buitengebied hebben allen een eigen identiteit en zijn in diverse tijden gebouwd. Oudere woningen zijn relatief klein, de meer recente woningen zijn groter van volume. De vormgeving wordt bepaald door een eenduidige bouwmassa in een of twee bouwlagen met een kap. De materialisering bestaat uit metselwerk voor de gevels en (gebakken) pannen op de daken.
Er is sprake van een "woning in het buitengebied" indien:
- de woning niet behoort bij een (traditionele) boerderij in het buitengebied, overige boerenerven in het buitengebied en niet behoort bij een recreatiewoningencomplex /recreatiegebied of bij een bedrijf in het buitengebied.
Veranderingsprocessen
Traditionele boerderijen in het buitengebied worden door het veranderen van hun functie veelal gesplitst, uitgebreid en aangepast op de woonwensen van deze tijd. Hierdoor kan het karakter van de boerderij verloren gaan.
Boerderijen van een meer recente datum hebben een enorme schaalvergroting op hun eigen terrein. Deze grootschalige bijgebouwen met een industriële uitstraling hebben een enorme impact op de beleving van het buitengebied.
Recreatiewoningcomplex/recreatiegebied zijn geclusterd en hebben een eigen sfeer gecreeerd, die in bebouwingsdichtheid en stedenbouwkundige inpassing geen relatie met het buitengebied hebben.
Bedrijven in hetbuitengebied hebben een agrarische of industriele uitstraling, waarbij uitbreiding en reclame een grote invloed hebben op het karakter van het complex als geheel.
Boerderijen die hun agrarische functie verloren hebben, worden verbouwd tot burgerwoning of gesloopt en vervangen door burgerwoningen. Met name in de oorspronkelijke agrarische linten neemt de verburgerlijking van de bebouwing sterk toe.