Welstand gemeente Zutphen
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Thema 9 Individuele woningbouw

Beoordelingscriteria

Onderstaande welstandscriteria gelden specifiek voor dit bebouwingsthema. Als een bouwplan niet aan deze specifieke welstandscriteria voldoet, kan een nadere beoordeling plaatsvinden op basis van de algemene welstandscriteria. Wellicht dat dit alsnog leidt tot een positief welstandsoordeel.

De voorgaande gebiedsbeschrijvingen en beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van deze beoordelingscriteria.

Criteria gelden slechts indien en voor zover het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt.

Voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn afzonderlijke objectcriteria in de welstandsnota opgenomen.


Algemeen

  • De voorgaande gebiedsbeschrijvingen en beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van deze beoordelingscriteria.
  • Voor Leesten zijn de beoordelingscriteria vastgelegd in het beeldkwaliteitplan. Voor de gebieden binnen Leesten zijn de hierna gegeven criteria zijn aanvullend op dat beeldkwaliteitplan.
Situering

  • Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door een reeks van individuele bebouwingmassa's. Daartoe worden ook tweekappers gerekend.
  • Bij (vervangende) nieuwbouw wordt rekening gehouden met het algemene gebiedskarakter. De vorm van het perceel is leidend voor de situering en de bouwmassa van hoofd- en bijgebouwen. Op straathoeken geldt een tweezijdige oriëntatie.
  • De bestaande rooilijn wordt gerespecteerd.
  • De onderlinge afstanden tussen de gebouwen geven een open bebouwingsbeeld.
  • De panden staan met de voorgevel georiënteerd naar de straat, indien deze duidelijk zichtbaar zijn vanaf de straat.
Massa en vorm

  • Bij renovatie of (vervangende) nieuwbouw reageert de bebouwing op de kwaliteiten van de belendende bebouwing, waarbij scherpe contrasten worden vermeden.
  • Bestaande doorzichten worden gehandhaafd.
  • Aanbouwen zijn ondergeschikt en staan ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn.
  • Aanbouwen blijven onder of boven de lijn van de daklijst.
  • Aanpassingen aan de voorzijde van de woningen die onderdeel vormen van een ensemble worden afgestemd op het ensemble.
  • Bij aanpassingen aan individuele woningen blijft de hoofdvorm herkenbaar.
  • Bijgebouwen zijn in hoofdvorm en kap afgestemd op die van het hoofdgebouw.
Gevels

  • Renovatie en/of vervangende nieuwbouw respecteert de oorspronkelijke gevelopbouw en materiaal- en kleurgebruik.
  • Bij nieuwbouw zijn gevels afgestemd op de schaal en de maat van de belendende panden.
  • Zijgevels die duidelijk zichtbaar zijn van af de openbare ruimte worden behandeld als voorzijden.
  • Bij splitsing van het pand blijft de architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand behouden.
  • Bij verbouw en renovatie wordt aangesloten bij de richting en de maatverhoudingen van de bestaande gevelopeningen.
Kleurgebruik

  • Bij verbouwing of renovatie is het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt genomen.
  • Bij nieuwbouw bepalen getemperde kleuren het aanzicht van de hoofdvlakken.
  • In lichte kleur geschilderde gevels en stucwerk worden toegestaan indien deze kenmerkend zijn voor de omgeving en in getemperd kleurniveau worden toegepast.
  • De kleuren van dakbedekking en gevels zijn op elkaar afgestemd.
Materiaalgebruik

  • Bij verbouwing of renovatie is het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik van de bestaande bebouwing uitgangspunt.
  • Het materiaalgebruik van aan- en bijbouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw.
Detaillering

  • Authentieke detaillering zoals overstekken, geaccentueerde lijsten en siermetselwerk wordt bij verbouw behouden.
  • Bij renovatie wordt zorgvuldig omgegaan (herstel, interpretatie) met de detaillering van de kap, de gevelopeningen en het metselwerk.
  • De detaillering van aan- en bijgebouwen is zorgvuldig afgestemd op die van het hoofdgebouw.
  • Serres en erkers worden met een zelfde aandacht voor detaillering als die voor het hoofdgebouw uitgevoerd.
Afwerking erven

  • Erfafscheidingen aan de voorzijde zijn afgestemd op de aansluitende afscheidingen.
  • Bij voor- en zijerven (hoekwoningen) maximaal 1 m. hoog, uitgevoerd als haag of open sierhek, eventueel aangevuld met een vlijlaag en pilasters. Uitvoering in hout is mogelijk mist degelijk en in gedekte kleuren uitgevoerd.
  • Voorerven en in het zicht komende zijerven worden minimaal verhard en al siertuin ingericht.
Objectcriteria

De objectcriteria voor reclame, markiezen/zonweringen, terrassen en uitstallingen zijn beschreven in hoofdstuk 6.

Kaart Thema 9