Thema 19: Woningen in het buitengebied
Criteria kleine bouwplannen
Veel kleine bouwplannen vallen onder de lichte vergunningplicht. Over zulke aanvragen moet de gemeente binnen 6 weken een besluit nemen. Speciaal voor deze bouwplannen zijn er de sneltoetscriteria. Er zijn sneltoetscriteria die specifiek gelden voor dit gebied of bebouwingsthema - indien aanwezig treft u ze hieronder aan - en er zijn Standaard sneltoetscriteria die gelden voor alle gebieden in de gemeente Winterswijk.
Als u wilt weten of uw bouwplan vergunningvrij of licht-vergunningplichtig is raden wij u aan de website van het Ministerie van VROM te raadplegen.
Voor de bebouwingsthema's in het buitengebied van de gemeente Winterswijk gelden de volgende paragrafen met welstandscriteria:
| code deelgebied | bebouwingsthema | inhoud | paragraaf |
| 16 | De karakteristieke boerderij in het buitengebied | criteria voor erven waarvan het hoofdgebouw van het (voormalige) agrarische bedrijf vóór 1940 én als agrarisch gebouw tot stand gekomen is en het gebouw wordt gekenmerkt door een oorspronkelijke karakteristiek, in bouwvorm of in uitvoering (materiaal, kleur en detaillering) | zie 4.16 |
| 16 | Overige boerenerven in het buitengebied | criteria voor agrarische bedrijfsgebouwen/complexen, die niet vallen onder het bebouwings-thema "de karakteristieke boerderij in het buitengebied" | zie 4.17 |
| 16 | Bedrijven in het buitengebied | criteria voor bedrijven die gelegen zijn in het buitengebied en niet aangemerkt worden als een karakteristieke boerderij in het buitengebied, overige boerenerven in het buitengebied | zie 4.18 |
| 16 | Woningen in het buitengebied | criteria voor woningen in het buitengebied die niet onder een ander bebouwingsthema in het buitengebied vallen | zie 4.19 |
De criteria in deze paragraaf gelden uitsluitend voor het bebouwingsthema "woningen in het buitengebied". Er is sprake van het bebouwingsthema woningen in het buitengebied indien:
- de woning niet behoort bij een (karakteristieke) boerderij in het buitengebied, overige boerenerven in het buitengebied en niet behoort bij een recreatiewoningencomplex /recreatiegebied of bij een bedrijf in het buitengebied.
4.19.3
Criteria voor licht-vergunningplichtige bouwwerken
Voor de licht-vergunningplichtige bouwplannen in het buitengebied gelden primair de onderstaande sneltoetscriteria en, aanvullend, de standaard sneltoetscriteria (zie hoofdstuk 5). De sneltoetscriteria gelden niet indien er sprake is van een bijzondere situatie en er gerede twijfel mag bestaan aan de toepasbaarheid van de genoemde criteria. Dit zal deugdelijk gemotiveerd moeten worden.
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen
- Bijgebouwen dienen bij voorkeur achter de hoofdbebouwing op de kavel te worden geplaatst en dienen in massa, maatvoering en stijl afgestemd te worden op de hoofdmassa en moeten passen in de landschappelijke karakteristiek
- Materialen, kleuren en detaillering van de aan? en bijgebouwen moeten zorgvuldig afgestemd worden op die van het hoofdgebouw en dienen te passen bij de landschappelijke karakteristiek. Bij de oudere panden moet worden uitgegaan van een interpretatie van de specifieke historische detaillering en/of de ornamentiek.
- Bijgebouwen voor de voorgevelrooilijn worden niet toegestaan.
- Toevoegingen aan het dak mogen uitsluitend aan de achterzijde worden aangebracht. In het geval dat de kap haaks op de straatas staat, ten minste 2,5 meter achter de voorgevelrooilijn.
- Bijgebouwen en overkappingen moeten enkelvoudig en rechthoekig van vorm zijn en voorzien worden van een gave, niet te flauw hellende zadelkap (>25°) met een zo laag mogelijke gootaanzet, maar mogen ook met platdak worden uitgevoerd.
Erfafscheidingen
- Toegestaan worden hagen of heggen tot een maximale hoogte van 1 meter, al dan niet voorzien van open en donker geschilderd hekwerk.
- Zijerven, indien gelegen in zicht van de openbare ruimte, dienen als voorerf behandeld te worden.
- Op de achtererven, indien gelegen in het zicht van de openbare ruimte, zijn hagen of heggen toegestaan, al dan niet voorzien van open en donker geschilderd hekwerk tot een maximale hoogte van 2 meter.
- Voor andere uitvoeringen van erfafscheidingen gelden de gebiedsgerichte welstandscriteria.
