Thema 17: Overige boerenerven in het buitengebied

Criteria kleine bouwplannen

Veel kleine bouwplannen vallen onder de lichte vergunningplicht. Over zulke aanvragen moet de gemeente binnen 6 weken een besluit nemen. Speciaal voor deze bouwplannen zijn er de sneltoetscriteria. Er zijn sneltoetscriteria die specifiek gelden voor dit gebied of bebouwingsthema - indien aanwezig treft u ze hieronder aan - en er zijn Standaard sneltoetscriteria die gelden voor alle gebieden in de gemeente Winterswijk.

Als u wilt weten of uw bouwplan vergunningvrij of licht-vergunningplichtig is raden wij u aan de website van het Ministerie van VROM te raadplegen.

Voor de bebouwingsthema's in het buitengebied van de gemeente Winterswijk gelden de volgende paragrafen met welstandscriteria:

code deelgebied


bebouwingsthema

inhoud 

paragraaf 

16

De karakteristieke boerderij in het buitengebied

criteria voor erven waarvan het hoofdgebouw van het (voormalige) agrarische bedrijf vóór 1940 én als agrarisch gebouw tot stand gekomen is en het gebouw wordt gekenmerkt door een oorspronkelijke karakteristiek, in bouwvorm of in uitvoering (materiaal, kleur
en detaillering)

zie 4.16

16

Overige boerenerven in het buitengebied

criteria voor agrarische bedrijfsgebouwen/complexen, die niet vallen onder het bebouwings-thema "de karakteristieke  boerderij in het buitengebied"

zie 4.17

16

Bedrijven in het buitengebied

criteria voor bedrijven die gelegen zijn in het buitengebied en niet aangemerkt worden als een karakteristieke boerderij in het buitengebied, overige boerenerven in het buitengebied

zie 4.18

16

Woningen in het buitengebied

criteria voor woningen in het buitengebied die niet onder een ander bebouwingsthema in het buitengebied vallen

zie 4.19

De criteria in deze paragraaf gelden uitsluitend voor het bebouwingsthema "overige boerenerven in het buitengebied". Er is sprake van een "overig boerenerf in het buitengebied" indien:

  • het agrarische bedrijfsgebouwen/complexen betreft die niet vallen onder het bebouwingsthema "de karakteristieke boerderij in het buitengebied".

4.17.3

Criteria voor licht-vergunningplichtige bouwwerken

Voor de licht-vergunningplichtige bouwplannen in het buitengebied gelden primair de onderstaande sneltoetscriteria en, aanvullend, de standaard sneltoetscriteria (zie hoofdstuk 5). De sneltoetscriteria gelden niet indien er sprake is van een bijzondere situatie en er gerede twijfel mag bestaan aan de toepasbaarheid van de genoemde criteria. Dit zal deugdelijk gemotiveerd moeten worden.

Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen

  • Bijgebouwen dienen bij voorkeur achter de hoofdbebouwing op de kavel te worden geplaatst en dienen in massa, maatvoering en stijl afgestemd te worden op de hoofdmassa en moeten passen in de landschappelijke karakteristiek.
  • Materialen, kleuren en detaillering van de aan? en bijgebouwen moeten zorgvuldig afgestemd worden op die van het hoofdgebouw en dienen te passen bij de landschappelijke karakteristiek.
  • Bijgebouwen voor de voorgevelrooilijn worden niet toegestaan.
  • Toevoegingen aan het dak mogen uitsluitend aan de achterzijde worden aangebracht. In het geval dat de kap haaks op de straatas staat, ten minste 2,5 meter achter de voorgevelrooilijn.
  • Bijgebouwen en overkappingen moeten enkelvoudig en rechthoekig van vorm zijn en voorzien worden van een gave, niet te flauw hellende zadelkap met een zo laag mogelijke gootaanzet.

Erfafscheidingen

  • Geen erfafscheidingen en toegangspoorten e.d. toepassen. Er dient uitgegaan te worden van hagen, heggen of houtwallen. Deze elementen zo situeren dat dit de samenhang van de erfbebouwing ondersteunt. 

Objectcriteria (indien van toepassing)

Voor de toetsing van reclames gelden algemene criteria zoals opgenomen in de Bijlage. Daarnaast zijn voor dit deelgebied de volgende aanvullende criteria opgesteld.

Algemeen

  • Reclame moet geïntegreerd in de architectuur en tot het hoogst
  • noodzakelijke beperkt zijn.

Aantal

  • Maximaal 1 reclame-uiting per gevel is toegestaan.

Vormgeving

  • Reclame-uitingen aan de gevel moeten worden behandeld als zelfstandig element, passend in de vormgeving (maat, schaal, structuur) van de betreffende gevel.
  • Gevelreclame evenwijdig aan de gevel dient uitgevoerd te zijn als losse letters.

Afmetingen

  • Reclames vlak aan de gevel mogen niet breder zijn dan 60% van de gevelbreedte en niet hoger dan 0,40 m.
  • Reclame haaks op de gevel mag niet groter zijn dan 1 m2.

Aanvullende criteria voor serrestallen in het agrarisch buitengebied

Situering

  • De ensemblevorming en erfontwikkeling in relatie tot het landschap dient als uitgangspunt voor de planvorming; cluster van gebouwen optimaal op elkaar afstemmen, verharding en beplanting.
  • De ervaring van het silhouet wordt vanuit belangrijke zichtlijnen getoetst. Onder andere de gekozen nokrichting is hierbij beeldbepalend.

Ligging

  • Ondergeschikt achter het hoofdgebouw, tenzij de erfopzet een andere aanwijsbare en motiveerbare aanleiding geeft.
  • Rooilijnen variëren tussen evenwijdig aan de weg en parallel aan het verkavelingpatroon, tenzij het landschap een andere aanwijsbare en motiveerbare aanleiding geeft.
  • De kopgevel is bijvoorkeur naar het erf gericht.    

Lichtuitstraling 

  • Lichtuitstraling naar de omgeving dient zeer beperkt te blijven en geldt als aandachtspunt.

Massa en vorm

  • Een rechthoekige plattegrond waarbij de nokrichting bijdraagt aan de silhouet werking van het ensemble.
  • De bogen van de stal dienen in één breedte uitgevoerd te worden en in dezelfde richting georiënteerd te zijn.
  • De boogvorm mag niet met een andere kapvorm of met een volume met plat dak gecombineerd worden.

Detaillering, materiaal- en kleurgebruik

  • De detaillering dient het beeld behorende bij het gekozen bouwsysteem te versterken.
  • Plaatsing op een plint van baksteen of beton welke wat betreft maat en kleur niet te dominant is.
  • Lichtdoorlatende kunststoffen zijn toegestaan in bedekte kleuren, o.a. donkergroen, donkerbruin donkergrijs, antraciet. Wit of andere contrasterende kleuren zijn niet toegestaan. Blank, doorzichtig is eveneens toegestaan.
  • Boeiboorden dienen in bedekte kleuren uitgevoerd te worden, wit of contrasterende kleur is niet toegestaan.
  • Grote gevelvlakken bestaan uit materialen met een structuur, zoals houten betimmering of geprofileerde staalplaat.
  • Kleurgebruik is terughoudend en aangepast aan het landelijk gebied.

printen
terug
bebouwingsthemakaart Overige boerenerven in het buitengebied