Thema 11: Overig bedrijventerrein
4.11.2
Beoordelingscriteria
Algemeen
De bijbehorende gebiedsbeschrijvingen uit hoofdstuk 3 en de voorgaande beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van de beoordelingscriteria.
Beoordelingscriteria puntsgewijs
PLAATSING/SITUERING
- Bij (vervangende) nieuwbouw dient de bebouwing in dezelfde rooilijn te staan als de belendende bebouwing, eventuele verspringingen in de rooilijn moeten binnen de uitersten van de naastgelegen bebouwing blijven.
- Hoofdgebouwen moeten aan de straatzijde staan, bijgebouwen dienen een ondergeschikte positie te hebben.
MASSA/VORM
- De hoofdvorm van de gebouwen moet eenduidig zijn.
- De richting van de gebouwen dient in hoofdzaak de richting van de straat te volgen.
- De woningen behorende bij de bedrijven dienen in grootte en massa aan te sluiten bij de belendende woningen.
GEVELOPBOUW
- De verschillende hoofdfuncties moeten te onderscheiden zijn door architectonische accenten en geledingen.
MATERIAAL- EN KLEURGEBRUIK (hoofdvlakken)
- Bij verbouwing of renovatie dient men de uitstraling van het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen.
- Bij nieuwbouw dient de materiaalkeuze eigentijds te zijn.
- Grote vlakken moeten een structuur of onderverdeling hebben en mogen geen sterke kleurcontrasten tonen.
- Hoofdmaterialen moeten in gedekte kleuren zijn toegepast.
Aanvullende criteria voor welstandsniveau 1 en 2
COMPOSITIE MASSA-ONDERDELEN*
- Publieke, representatieve of woonfuncties moeten naar de straatzijde georiënteerd zijn.
- Met de ritmiek, de schaal en de hoogte van de bestaande bebouwing in de omgeving dient rekening gehouden te worden.
- Gebouwen moeten geclusterd of in een onderlinge samenhang op het terrein geplaatst zijn.
- Bijgebouwen, aan? en uitbouwen dienen rekening te houden met de herkenbaarheid van de hoofdbebouwing.
GEVELINDELING
- Grote vlakken dienen een structuur of onderverdeling te hebben.
- Zeer grote lengtes van gebouwen dienen door materiaal? en kleurgebruik geleed te zijn.
Aanvullende criteria voor welstandsniveau 1
MATERIALEN EN KLEUREN (onderdelen)
- Er dient terughoudendheid te worden aangehouden bij toepassing van verschillende kleuren en verschillende materialen per gebouw en gebouwcomplex.
DETAILLERING (onderdelen)
- Kozijnen, dakranden, regenpijpen e.d. dienen op eenvoudige wijze gedetailleerd te zijn.
BOUWWERKEN OP ERVEN
- Hekwerken e.d. aan de straatzijde moeten op één lijn staan en zijn in hoogte en vormgeving op elkaar afgestemd.
