Thema 9: In-/uitbreidingen (vanaf de jaren '90)

4.9.2

Beoordelingscriteria

De bijbehorende gebiedsbeschrijvingen uit hoofdstuk 3 en de voorgaand beleidsuitgangspunten welstand maken deel uit van de beoordelingscriteria.

Beoordelingscriteria puntsgewijs

 

PLAATSING/SITUERING

  • Bij toevoegingen en aanbouwen dient de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijke bebouwing richtinggevend te zijn.
  • Het bestaande type straatbeeld van gestapelde, aaneen gebouwde of geschakelde en vrijstaande woningen moet in stand gehouden worden.
  • Woningen moeten georiënteerd staan op de openbare ruimte. 

MASSA/VORM

  • De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving dient het uitgangspunt te zijn bij uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
  • Het aantal bouwlagen en de kapvorm moet afgestemd zijn op de bouwhoogte en de bouwmassa van de belendende bebouwing.
  • De bestaande kapvorm en kaprichting moeten gehandhaafd blijven.
  • Bij panden die een stedenbouwkundig geheel vormen dienen toevoegingen per pand ondergeschikt te zijn aan de hoofdstructuur en de ritmiek van het geheel. Hierbij is de eenmaal toegevoegde toevoeging in beginsel de standaard uitvoering voor de overige panden.

GEVELOPBOUW

  • De stijl en de materialisering van renovatie en/of vervangende nieuwbouw dienen aan te sluiten op die van de bebouwing in de omgeving.

MATERIAAL- EN KLEURGEBRUIK (hoofdvlakken)

  • Bij verbouwing of renovatie dient men de uitstraling van het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen.
  • Het gebruik van kunststof als vervanging voor kozijnen is mogelijk als de profilering, detaillering en kleurstelling gelijkwaardig is aan de bestaande (houten) kozijnen.

Aanvullende criteria voor welstandsniveau 1 en 2

 

COMPOSITIE MASSAONDERDELEN

  • Bijgebouwen en aanbouwen moeten duidelijk ondergeschikt blijven aan de hoofdmassa: dit betekent in het algemeen maximaal 1 bouwlaag, voorzien van een plat dak.
  • Bijgebouwen, aan- en uitbouwen op straathoeken dienen zo veel mogelijk afgedekt te worden in dezelfde vormgeving als de hoofdmassa.
  • Wijzigingen moeten aansluiten bij de ritmiek van de bestaande bebouwing in de omgeving: het gaat om de stelselmatige toepassing van accenten, b.v. op koppen of in zichtassen, en van symmetrieën in massa, kapvorm en gevelindeling.

GEVELINDELING

  • De maat en schaal van de gevelindeling dienen te worden gerespecteerd.
  • De maatverhoudingen van bestaande gevelopeningen moeten worden gehandhaafd.
  • De toevoegingen per woning moeten ondergeschikt zijn aan de hoofdstructuur en de gevelritmiek van het woningblok.
  • Aanpassingen aan de voorzijde van woningen die onderdeel zijn van een ensemble moeten worden afgestemd op dat ensemble.
  • Bij panden die een stedenbouwkundig geheel vormen dienen toevoegingen per pand ondergeschikt te zijn aan de hoofdstructuur en de ritmiek van het geheel. Hierbij is de eenmaal toegevoegde toevoeging in beginsel de standaard uitvoering voor de overige panden.
  • Kopgevels die naar de openbare ruimte zijn gericht dienen een duidelijke expressie te verkrijgen.
  • De compositorische opzet van de gevel dient uitgangspunt te zijn bij wijzigingen of toevoegingen.

Aanvullende criteria voor welstandsniveau 1

 

DETAILLERING

  • Bij renovatie of incidentele nieuwbouw dient de specifieke detaillering van gevelopeningen, balkonhekken, deurluifels en dergelijke van de bebouwing dezelfde architectonische eenheid, maatgevend te zijn.
  • De detaillering bij aanpassing en bij renovatie dient een zelfde mate afwerkingsniveau en expressie te verkrijgen als de belendende bebouwing.

BOUWWERKEN OP ERVEN

  • Erfafscheidingen zoals in het oorspronkelijke ontwerp opgenomen, moeten worden gerespecteerd.
  • Afscheidingen bij zijerven gelegen aan de openbare ruimte, dienen een zelfde afwerking te hebben als de voorerven.
  • Afscheidingen op achtererven gelegen in het zicht van de openbare ruimte, moeten ofwel een groen karakter hebben, eventueel met een open constructie aangebracht op een lage muur, ofwel ontworpen zijn in de architectuur van het hoofdgebouw, tot max. 2 meter hoog.

printen
terug
deelgebiedenkaart In-/uitbreidingen (vanaf de jaren '90)