Thema 9: In-/uitbreidingen (vanaf de jaren '90)

4.9.1

Beleidsuitgangspunten welstand

Algemeen

Binnen de gebieden welke deel uit maken van het deelgebied "In-/Uitbreidingen (vanaf de Jaren '90)" is er veelal sprake van een uitgesproken architectuur. Aan een enkel gebied heeft een beeldkwaliteitplan ten grondslag gelegen. Deze locaties zijn vaak met grote inspanning van betrokken partijen tot stand gekomen en trekken door hun bijzondere vormgeving en expressie de aandacht. Bij deze in- en uitbreidingen is veel aandacht besteed aan de architectonische/stedenbouwkundige uitstraling, duidelijkere erfafscheidingen en de inrichting van de openbare ruimte is veelal met zorg ontwikkeld.

Het welstandsbeleid richt zich op het handhaven van de basiskwaliteit die in het oorspronkelijke ontwerp is neergelegd. Het gaat om de handhaving van de stedenbouwkundige opzet en de compositie van het straatbeeld. Daarbij wordt gelet op de contouren van de bouwmassa's en op de zorgvuldige detaillering van de toevoegingen.

Bebouwingsbeeld

Gestreefd wordt naar de handhaving van het zorgvuldig opgebouwde bebouwingsbeeld. Wijzigingen en kleine ingrepen kunnen uiteindelijk dit bebouwingbeeld aantasten. De meeste ingrepen zijn goed te voorzien. Het gaat om erkers, serres, dakkapellen en aanbouwen. Vaak zijn in het ontwerpstadium van de woningen de uitbreidingmogelijkheden al aangegeven en ontworpen. Indien dit niet het geval is, verdient het aanbeveling om de oorspronkelijke architect(en) te vragen in deze behoefte te voorzien, zodat de kwaliteit van hun ontwerp optimaal gewaarborgd wordt.

Voor bijzondere situaties en functies kan het gemeentebestuur besluiten af te wijken van de hieronder weergegeven gebiedscriteria, wanneer sprake is van een hoogwaardige architectuur die beantwoordt aan de algemene welstandscriteria. Het gaat daarbij om aanvulling op de identiteit van en de oriëntatie binnen de bestaande omgeving.

Differentiatie welstandsniveaus

Vanwege het zorgvuldig ontworpen en samenhangende karakter van de bebouwing op uitbreidingslocaties is over het algemeen een regulier welstandstoezicht toegepast: welstandsniveau 2. Waar deze buurten grenzen aan belangrijke structuren, gebieden en objecten, die van cruciale betekenis zijn voor het totaalbeeld van Winterswijk of het landschap, wordt welstandsniveau 1 toegepast.

De uitwerking van de toe te passen welstandsniveaus is aangegeven op de welstandsniveaukaart. Voor rijks- en gemeentelijke monumenten en hun beide belendingen (tenzij deze zich verder dan 50 m van het monument bevinden), geldt, ongeacht het welstandsniveau van de omgeving, welstandsniveau 1.

In aanvulling op deze algemene waardebepaling en beleidsrichting, zijn de volgende structuurvisies en beeldkwaliteitplannen van toepassing:
het structuurplan Winterswijk (juli 1992) en de Actualisatie structuurplan Visie wonen en werken, gemeente Winterswijk (juli 2002) en het beleidsstuk Visiedocument voor de kom Winterswijk, vastgesteld door de Raad op 25 febr. 2010.

Voor de nieuwe in ontwikkeling zijnde Rikker-fases gelden dezelfde criteria als voor de gerealiseerde Rikker-plannen. Zie hiervoor de gebiedscriteria in paragraaf 4.9 In- en uitbreidingen vanaf de jaren ’90.

printen
terug
deelgebiedenkaart In-/uitbreidingen (vanaf de jaren '90)foto In-/Uitbreidingenfoto In-/Uitbreidingen