Thema 7: Scholtenenk
4.7.1
Beleidsuitgangspunten welstand
Algemeen
Het welstandbeleid voor de Scholtenenk richt zich op het handhaven en, waar nodig, gericht verbeteren van de basiskwaliteit van de ruimte en de bebouwing.
Het uitgangspunt is daarbij de bescherming van de bijzondere cultuurhistorische waarden. Handhaving van de bijzondere stedenbouwkundige opzet die voor het huidige straatbeeld bepalend is, staat voorop. Bepalend voor de kwaliteit van de Scholtenenk is de nauwe samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet en de architectonische vormgeving. Deze zeer positieve waarden kunnen al door kleine
ingrepen aangetast worden.
Het welstandsbeleid in de Scholtenenk is gericht op instandhouding van het fijnmazig stedenbouwkundige patroon en de daarbij behorende situering en vormgeving van de bebouwing. Sloop van de bestaande huizen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Eventueel vervangende of aanvullende nieuwbouw dient op respectvolle wijze, met behoud van de oorspronkelijke kenmerken en verbijzonderingen in het algemene beeld plaats te vinden.
Bebouwingsbeeld
Het welstandsbeleid streeft naar behoud van het karakteristieke architectonische karakter van de bebouwing. De bouwblokken zijn steeds symmetrisch van opzet, volgens eenvoudige, strakke bouwvolumes opgebouwd. Hieraan ondergeschikte, eenvoudige decoratie van hoge kwaliteit verleent de diverse bouwblokken hun eigen identiteit. De identiteit van deze wijk is te behouden door vast te houden aan de typische tuinwijk karakteristieken: herhaling van vormen, massaverhoudingen, gevelindeling, kleur- en materiaalgebruik.
Architectonische detaillering verschilt alleen tussen de woonblokken. Toevoegingen als luifels, rolluiken, schotelantennes zijn ongewenst. Ingrepen in de vorm van hekjes en naamborden mogen het karakter van het straatbeeld niet verstoren.
Differentiatie welstandsniveaus
Vanwege de hoge kwetsbaarheid van het architectonische karakter van de tuinwijk Scholtenenk wordt welstandsniveau 1 toegekend. Het bijzondere karakter van de wijk, waarbij een rustig straatbeeld en regelmaat en eenheid in het bebouwingsbeeld bepalend zijn, brengt een bijzondere kwetsbaarheid van het architectonisch karakter met zich mee.
In aanvulling op deze algemene waardebepaling en beleidsrichting, zijn de volgende structuurvisies, bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen van toepassing:
Toelichting op beschermd gezicht Scholtenenk, 2002. Vastgesteld: 2003.
De specifieke kenmerken zullen bij de beoordeling van bouwplannen in hun essentie in aanmerking genomen moeten worden, in samenhang met de algemene beleidsuitspraken voor deze categorie.


