Thema 2: Recentere bebouwingslinten
4.2.1
Beleidsuitgangspunten welstand
Algemeen
In het deelgebied “Recentere bebouwingslinten” zijn de bebouwingslinten opgenomen die over het algemeen later zijn ontstaan dan de historische dorpse bebouwingslinten langs de uitvalswegen. Sommige bebouwingslinten zijn enkel nog als fragment te herkennen tussen de nieuwe omliggende wijken. Kenmerkend is de redelijk open, perceelsgewijze verkaveling gericht op de straat met diverse bebouwingstypen. Binnen de diverse bebouwingstypen zijn soms rijenwoningen of complexen met bijvoorbeeld dezelfde tweekappers aanwezig. Het beleid is gericht op behoud en waar nodig, versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Nieuwe bebouwing zal wat betreft maat en schaal en ook wat betreft kleur? en materiaalgebruik in harmonie met de bestaande bebouwing ontworpen moeten worden; scherpe contrasten worden vermeden. Een grote mate van terughoudendheid wordt betracht bij de toelating van bouwwerken als reclame, luifels, puien, rolluiken e.d. Deze zullen altijd ondergeschikt dienen te blijven aan het totale ruimtelijke en architectonische beeld van de omgeving.
Bebouwingsbeeld
Het beleid is vooral gericht op het behoud van het afwisselende beeld van de bebouwingslinten. Dit houdt in dat het eigen architectonisch karakter van de panden of het complex voorop staat. Bij nieuwbouw is belangrijk dat de gebiedskenmerken tot uitgangspunt worden genomen. Ingrepen als hekjes, luifels, naamborden e.d. dienen ondergeschikt te blijven.
Voor bijzondere situaties en functies kan het gemeentebestuur besluiten af te wijken van de hieronder weergegeven gebiedscriteria. Voorwaarde is dat sprake is van een hoogwaardige architectuur die beantwoordt aan de algemene welstandscriteria. Het gaat daarbij om versterking van de identiteit van en de oriëntatie binnen het bebouwingslint.
Differentiatie welstandsniveaus
Op de recentere bebouwingslinten is welstandsniveau 2 van toepassing. Voor rijks- en gemeentelijke monumenten en hun beide belendingen (tenzij deze zich verder dan 50 m van het monument bevinden), geldt, ongeacht het welstandsniveau van de omgeving, welstandsniveau 1.
In aanvulling op deze algemene waardebepaling en beleidsrichting, zijn de volgende structuurvisies en beeldkwaliteitplannen van toepassing:
het structuurplan Winterswijk (juli 1992) en de Actualisatie structuurplan Visie wonen en werken, gemeente Winterswijk (juli 2002).




