Thema 1: Historische bebouwingslinten
4.1.1
Beleidsuitgangspunten Welstand
Algemeen
Binnen het deelgebied “Historische bebouwingslinten” vallen de historische bebouwingslinten langs de uitvalswegen naar het buitengebied van Winterswijk. Ook het historische bouwlint in Meddo is hierin opgenomen. Kenmerkend voor de bebouwing binnen het deelgebied is de open, individuele bebouwing, gericht op de straat met een diverse bebouwingskarakteristiek. Dicht bij het centrum is de bebouwing soms bijna gesloten van karakter.
Het behoud van het karakter van de historische bebouwingslinten, dat in een lange reeks van jaren is opgebouwd, is van belang voor het functioneren en de identiteit van de kern als geheel. Variatie en een geleidelijke verandering in het bebouwingsbeeld zijn kenmerkend, verder van het centrum af wordt de bebouwing over het algemeen steeds jonger.
Vergaande ingrepen in plaatsing, schaal of vormgeving kunnen met het gevarieerde bebouwingsbeeld wijzigen in een verbrokkeld beeld. Deze verdere verbrokkeling dient te worden voorkomen. Het beleid is dan ook gericht op behoud en waar nodig, versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Deze komt ten eerste tot uitdrukking in de zelfstandige plaatsing van de bebouwing, in het individuele en kleinschalige karakter van de panden. De samenhang binnen het diverse bebouwingskarakter dient behouden te blijven en op sommige plaatsen te worden versterkt, door de plaatsing, situering, bouwhoogte en bijvoorbeeld de nokrichting van nieuwbouw af te stemmen op de belendende panden. Nieuwe bebouwing zal dus wat betreft maat en schaal en ook wat betreft kleur‑ en materiaalgebruik in harmonie met de bestaande bebouwing ontworpen moeten worden.
Verdichting en schaalvergroting zijn slechts in beperkte mate mogelijk en zal met aandacht voor de specifieke ruimtelijke kenmerken van het historisch bebouwingslint, zoals openheid, doorzichten e.d. benaderd worden. Dit geldt voor de veranderingen in de openbare ruimte en die aan de panden. Scherpe contrasten worden vermeden.
Een grote mate van terughoudendheid wordt betracht bij de toelating van bouwwerken als reclame, luifels, puien, rolluiken e.d. Deze zullen altijd ondergeschikt dienen te blijven aan het totale ruimtelijke en architectonische beeld van de omgeving.
Bebouwingsbeeld
Het beleid is vooral gericht op het behoud van het afwisselende beeld van deze karakteristieke bebouwingslinten. Dit houdt in dat het eigen architectonisch karakter van de panden voorop staat, op zodanige wijze dat wel de samenhang in plaatsing en situering, maat en schaal van de bebouwing binnen het bebouwinglint behouden blijft.
Bij aanpassingen en renovatie zijn moderne interpretaties van het architectonische karakter mogelijk. Bij nieuwbouw is belangrijk dat de gebiedskenmerken tot uitgangspunt worden genomen. Deze kunnen in een eigentijdse architectuuropvatting worden uitgewerkt.
Ingrepen als hekjes, luifels, naamborden e.d. dienen ondergeschikt te blijven. Voor bijzondere situaties en functies kan het gemeentebestuur besluiten af te wijken van de hieronder weergegeven gebiedscriteria. Voorwaarde is dat sprake is van een hoogwaardige architectuur die beantwoordt aan de algemene welstandscriteria. Het gaat daarbij om versterking van de identiteit van en de oriëntatie binnen het bebouwingslint.
Differentiatie welstandsniveaus
De bebouwingslinten langs de historische uitvalswegen vallen onder welstandsniveau 1. In de historische bebouwinglinten kunnen incidenteel panden voorkomen die in vormgeving sterk afwijken van hun omgeving en van een hoge architectonische kwaliteit zijn. In die gevallen zijn de algemene welstandscriteria van toepassing. Voor belangrijke ingrepen in historische dorpslinten zal door het gemeentebestuur steeds een programma van eisen voor de stedenbouwkundige en architectonische inpassing worden opgesteld.
In aanvulling op deze algemene waardebepaling en beleidsrichting, zijn de volgende structuurvisies en beeldkwaliteitplannen van toepassing:
het structuurplan Winterswijk (juli 1992) en de Actualisatie structuurplan Visie wonen en werken, gemeente Winterswijk (juli 2002).



