2.2 Uitvoering van welstand
2.2.1 De gemeenteraad stelt het welstandsbeleid vast
Op grond van de nieuwe Woningwet is een gemeente verplicht om toetsingscriteria vast te stellen, als zij welstandstoezicht wil uitoefenen. De criteria worden opgenomen in een welstandsnota die door de gemeenteraad moet worden vastgesteld. In de Woningwet wordt weliswaar nog gesproken van ‘redelijke eisen van welstand’, maar die moeten voortaan zoveel mogelijk worden geconcretiseerd in gebieds- en objectgerichte criteria. Deze criteria vormen een stelsel van beleidsregels waarbinnen de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) aan burgemeester en wethouders adviseert. Per gebied kan de gemeente de toetsingscriteria specificeren om daarmee zoveel mogelijk recht te doen aan het karakter en de gewenste kwaliteit van een gebied. Voor de kleinere bouwwerken moet de gemeenteraad loketcriteria vaststellen. Deze criteria geven meteen duidelijkheid of een bouwwerk al dan niet voldoet aan de welstandseisen.
Beeldkwaliteitplannen
Voor nieuw te ontwikkelen in- of uitbreidingslocaties streeft de gemeente zoveel mogelijk na om een beeldkwaliteitplan (BKP) vast te stellen. Dit dient als formeel toetsingskader voor welstand tot voor het betreffende gebied de fase van beheer start. De criteria in het BKP kunnen dan als reguliere gebiedscriteria onderdeel uitmaken van de welstandsnota.
2.2.2 Uitvoering welstandstoezicht door burgemeester en wethouders
De Woningwet verplicht B&W – mits er een welstandsbeleid is vastgesteld - om regulier vergunningplichtige bouwwerken aan criteria te toetsen. Daarvoor wordt advies gevraagd aan de CRK, als onafhankelijke commissie. B&W zijn verantwoordelijk voor het besluit om de vergunning te verlenen. Voor licht-vergunningplichtige bouwwerken geldt een andere procedure. Deze plannen hoeven niet door de CRK te worden getoetst, maar mogen ook door B&W worden afgehandeld. In Winterswijk worden licht-vergunningplichtige plannen door de ambtenaar van Team Bouwen afgehandeld. Bij twijfel, of wanneer een plan niet aan de sneltoetscriteria blijkt te voldoen, schuift de ambtenaar het plan door naar de rayonarchitect.
NB: Met de komst van de Wabo sinds 1 oktober 2010 is de categorie licht-vergunningplichtig verdwenen en bestaat er een reguliere (8 weken) of uitgebreide procedure (26 weken). De meeste bouwplannen vallen onder de reguliere procedure (uitgezonderd rijksmonumenten). Van de nu nog licht-vergunningplichtige bouwwerken valt nog maar een klein deel onder de reguliere procedure. De rest is vergunningvrij.
Jaarverslag, evaluatie en aanpassing van de welstandsnota
De Woningwet verplicht B&W om de gemeenteraad tenminste eenmaal per jaar een verslag voor te leggen waarin zij uiteenzetten:
- Op welke wijze zij zijn omgegaan met de adviezen van de CRK;
- In welke categorieën van gevallen zij de aanvraag voor een lichte bouwvergunning niet aan de CRK hebben voorgelegd en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria;
- In welke gevallen waarin niet is of wordt voldaan aan art. 12, eerste lid, zij zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom.
Ook de CRK stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden. Tenminste eenmaal per jaar vindt een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de CRK.
Op grond van de evaluatieresultaten kan de gemeenteraad besluiten om de welstandsnota – eventueel tussentijds - aan te passen. Wanneer dit het geval is, worden de procedures op grond van de gemeentelijke inspraakverordening gevolgd.
2.2.3 Aanvulling, evaluatie en aanpassing van de welstandsnota
Jaarverslag Burgemeester en wethouders en Welstandscommissie
De Woningwet verplicht burgemeester en wethouders om de gemeenteraad tenminste eenmaal per jaar een verslag voor te leggen waarin zij uiteenzetten:
- Op welke wijze zij zijn omgegaan met de adviezen van de welstandscommissie;
- In welke categorieën van gevallen zij de aanvraag voor een lichte bouwvergunning niet aan de welstandscommissie hebben voorgelegd en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria.
- In welke categorieën van gevallen:
- zij tot aanschrijving op grond van art. 19 van de Woningwet zijn overgegaan en daarbij de keuze hebben gelaten tussen ofwel het uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slopen van het bouwwerk of de standplaats binnen de door hen te bepalen termijn, en
- zij bij of na een aanschrijving op grond van art. 19 van de Woningwet zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang op grond van art. 26.
Ook de welstandscommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden. Tenminste eenmaal per jaar vindt een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de welstandscommissie.
Op grond van de evaluatieresultaten kan de gemeenteraad besluiten om de welstandsnota – eventueel tussentijds - aan te passen. Wanneer dit het geval is worden de procedures op grond van de gemeentelijke inspraakverordening gevolgd.
2.2.4 Handhaving
De gemeente voert een actief handhavingsbeleid waar het gaat om het bewaken van de ruimtelijke kwaliteit. Een effectief welstandsbeleid kan niet zonder een consequente handhaving, die zonodig met bestuursdwang gepaard gaat. Altijd worden daarom inspecties verricht door Bouw- en Woningtoezicht, die erop zijn gericht om te controleren of bouwplannen conform de verleende bouwvergunning worden uitgevoerd.
2.2.5 Excessenregeling
De gemeente heeft de mogelijkheid om repressief in te grijpen indien vergunningvrije bouwwerken in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Dit is het geval indien sprake is van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident zijn. De excessenregeling is niet bedoeld om de plaatsing van het bouwwerk tegen te gaan. Op grond van artikel 19 Woningwet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar dan aanschrijven om de strijdige situatie ongedaan te maken. In geval van een exces moeten burgemeester en wethouders kunnen verwijzen naar algemene welstandscriteria.
Deze zijn hieronder geformuleerd:
- het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving.
- Het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk.
- armoedig materiaalgebruik.
- Verloedering en verwaarlozing door achterstallig onderhoud.
- toepassen van felle of contrasterende kleuren.
- te opdringerige reclames.
- een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is.
2.2.6 Afwijken van het welstandsadvies
Burgemeester en wethouders mogen, mits met redenen omkleed, afwijken van het advies van de CRK. Bijvoorbeeld als de commissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd of toegepast. De redenen voor de afwijking worden bij de bekendmaking van het besluit vermeld. Burgemeester en wethouders bieden bij afwijking van een welstandsadvies op welstandsgronden eerst de voor de betreffende gemeente aangewezen (vaste) commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies. Indien dat niet tot een oplossing leidt, kan een second opinion worden gevraagd.
Afwijken om andere redenen: burgemeester en wethouders krijgen volgens art. 2.10 lid 1 ond. b WABO de mogelijkheid om bij strijd van een bouwplan met redelijke eisen van welstand, toch de bouwvergunning te verlenen indien zij van oordeel zijn dat daarvoor andere redenen zijn, bijvoorbeeld van economische of maatschappelijke aard. Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de bouwvergunning gemotiveerd.
Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen, eventueel op advies van de CRK, ook gemotiveerd afwijken van de gebieds- en objectgerichte welstandscriteria. Dit kan gebeuren bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél een kwalitatieve toevoeging aan hun omgeving vormen. Ook kan het voorkomen dat plannen die tegemoet komen aan de gebieds- objectgerichte welstandscriteria toch een zodanig slechte kwaliteit hebben dat ze afbreuk doen aan hun omgeving. In die gevallen moet worden verwezen naar algemene beoordelingscriteria die in de welstandsnota zijn opgenomen.