Zonnepanelen en -collectoren bij monumenten
ALGEMEEN:
Respecteren de waardevolle monumentale karakteristieken. Deze verschillen per pand en situatie, daarom is er altijd sprake van maatwerk. Zonnepanelen zijn mogelijk onder de volgende voorwaarden:
SPECIFIEK:
- niet of slechts beperkt zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied. Indien beperkt zichtbaar: zonnepanelen zijn ondergeschikt in het dakvlak en het bebouwingsbeeld;
- per dakvlak: één soort panelen toepassen en allemaal in dezelfde richting plaatsen;
- streef een rustig legpatroon na en cluster zonnepanelen tot één rechthoekig vlak of strook;
- minimaal 1 pan van de dakrand en 1 pan onder de nokpan plaatsen;
- plaatsen onder dezelfde hellingshoek als het dakvlak;
- op een plat dak: plaatsen op minimaal 50 centimeter vanaf de rand. De exacte afstand hangt af van de hoogte en hellingshoek van de panelen en de hoogte van de dakrand;
- bij schildkappen: plaatsen onder (de verticale projectie van) de nok;
- houdt voldoende afstand (minimaal 0,5 meter) tot objecten in het dakvlak zoals schoorstenen, dakkapellen en dakramen;
- zijn matzwart en hebben geen rasterpatroon, geen lichte randen of lichte accenten en zijn gematteerd uitgevoerd (weinig tot geen reflectie);
- worden niet op hetzelfde dakvlak gecombineerd met zonnecollectoren tenzij de collectoren uit het zicht onder de dakbedekking zijn geplaatst;
- leveren geen onevenredige fysieke schade op aan het gebouw. Uit cultuurhistorisch oogpunt waardevolle materialen en detailleringen blijven behouden;
- zijn niet mogelijk op daken met een bijzondere vorm of afwerking. Dit betreft bijvoorbeeld ronde, spitse of veelhoekige daken, daken met een bijzonder decoratief patroon of daken van bijzondere materialen, zoals zeldzame dakpannen, sommige leien daken, de meeste daken van riet, koper, zink of lood.