Waarde en Kernkwaliteiten
WAARDE
De rivieren met uiterwaarden en oeverwallen zijn waardevolle ensembles. De oeverwallen vormden door hun hogere ligging een veilige vestigingsplaats in het dynamische rivierengebied. Hier zijn de dorpen ontstaan met veel gebouwen van agrarische oorsprong. Het buitengebied op de oeverwallen wordt gekenmerkt door een aantrekkelijk kleinschalig landschap met (laagstam) fruitteelt en cultuurhistorische elementen zoals (voormalige) oude kasteelterreinen, kromakkers, oude boerderijen, erfensembles en landgoed Mariënwaerdt.
KERNKWALITEITEN
- De landschappelijke structuur wordt bepaald door een kleinschalig en afwisselend landschap, kronkelende wegen en verspreid staande vaak historische bebouwing op erven met een informele uitstraling, die als duidelijk herkenbare ensembles een logische plek in het landschap hebben.
- De openbare ruimte wordt bepaald door het profiel van de straat of het lint, en de verschillende afstanden van de bebouwing tot aan de weg en tot elkaar. De open ruimte tussen de bebouwing heeft overwegend een landschappelijke uitstraling.
- Typologie en architectuur van bebouwing is divers van karakter. De authentieke boerderijen behoren meestal tot het hallehuis-type, bestaande uit één bouwlaag met een hoge forse kap en een lage daklijst, of het T-boerderij-type, waarbij het woonhuis van twee bouwlagen het voorhuis vormt met daarachter de lagere schuur met forse kap. Andere gebouwen zijn eveneens individueel ontworpen en dateren uit verschillende tijdsperioden. De bebouwing bestaat overwegend uit één tot twee lagen afgedekt met een forse kap met een gesloten uitstraling. De samenhang wordt bepaald door de overeenkomsten in maat en schaal van de bebouwing, de eenvoudige hoofdvormen en de overwegend voorkomende kapvormen.
- Gevelindeling, materiaal, detaillering en kleur is gevarieerd en afhankelijk van de bouwstijl. De gevels zijn vaak traditioneel geordend. Naar boven toe worden gevelopeningen meestal kleiner. De overeenkomsten bestaan uit de toepassing van gatengevels en de toepassing van natuurlijk materiaalgebruik als rode of bruine baksteen, pleisterwerk, keramische rode of antracietkleurige pan of riet en hout. Het kleurgebruik is ingetogen en voegt zich naar de kenmerken van de betreffende bouwstijl.