Gebiedscriteria

Onderstaande welstandscriteria gelden specifiek voor dit gebied. Als een bouwplan niet aan deze specifieke welstandscriteria voldoet, kan een nadere beoordeling plaatsvinden op basis van de algemene welstandscriteria. Wellicht dat dit alsnog leidt tot een positief welstandsoordeel.

Situering

  • De indeling van het perceel en de hoofdopzet van het bedrijfspand afstemmen op de stedenbouwkundige karakteristiek van de locatie.
  • Gebouwen staan geclusterd of in een onderlinge samenhang op het terrein geplaatst.
  • Hoofdgebouwen staan aan de straatzijde, bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie.
  • Publieke en representatieve functies zijn naar de straatzijde georiĆ«nteerd.
  • Met de ritmiek, de schaal en de hoogte van de bestaande bebouwing in de omgeving is rekening gehouden.

Massa en Vorm

  • De hoofdvorm van de gebouwen is eenduidig.
  • De richting van de gebouwen volgt in hoofdzaak de richting van de straat.
  • Aan- en bijbouwen houden rekening met de herkenbaarheid van de hoofdbebouwing.

Gevels

  • De verschillende hoofdfuncties zijn te onderscheiden door architectonische accenten en geledingen.
  • Zeer grote lengtes van gebouwen zijn door materiaal- en kleurgebruik geleed.

Materiaalgebruik

  • Bij verbouw en nieuwbouw is de materiaalkeuze aangepast aan de omgeving.

Kleurgebruik

  • De kleuren van een gebouw dienen te harmoniĆ«ren met elkaar.
  • De kleuren moeten passen bij de kleurstelling van de panden in de directe omgeving.

Detaillering

  • Kozijnen, dakranden regenpijpen en dergelijke zijn op eenvoudige wijze gedetailleerd.

Afwerking erven

  • De bedrijfsruimtes voor de panden zijn door een laag hekwerk, lage hagen of een anderen lage groene afscheiding van de openbare straat gescheiden.

afdrukken