3. Algemene welstandscriteria
Om welke inhoudelijke aspecten gaat het bij de welstandsbeoordeling? Immers een belangrijke vraag is telkens in hoeverre een bouwplan bijdraagt aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Bij de advisering maakt de welstandscommissie gebruik van verschillende orden van welstandscriteria die variƫren van globaal en universeel naar specifiek per gebied, gebouwtype of soort bouwwerk.
De welstandscriteria die in paragraaf 3.1 Kwaliteitskader worden genoemd richten zich op de zeggingsschap en het vakmanschap van het architectonische ontwerp en zijn terug te voeren op vrij universele kwaliteitsprincipes.[1] Het kwaliteitskader ligt (haast onzichtbaar) ten grondslag aan elke planbeoordeling omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte welstandscriteria.
Het Ruimtelijk kader in paragraaf 3.2 vormt het kader voor de gebiedsgerichte welstandscriteria. Om een beeld te krijgen van de gemeente worden de kenmerkende ruimtelijke karakteristieken op een rij gezet. Daarbij gaat het zowel om de gemeente als geheel als om de afzonderlijke kernen en buurtschappen. Bovendien wordt inzicht gegeven in het ruimtelijke beleid. De hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid, zoals vastgelegd in bestemmingsplannen, ontwikkelingsvisies en andere relevante plannen worden kort uiteengezet.
De beschrijving van de ruimtelijke opbouw en karakteristiek en het beleid van de gemeente dienen als basis voor het indelen van de gemeente in 'bouwstenen'. Er wordt een opdeling gemaakt in gebieden die vergelijkbare kenmerken vertonen, zoals historische dorpsgebieden, bedrijventerreinen en woongebieden met een traditionele blokverkaveling. Deze gebieden worden de bouwstenen van de gemeente genoemd.
Aan de hand van de 'welstandsniveaus' wordt aangegeven in welke mate de gemeente Oude IJsselstreek het welstandsinstrument inzet om de ruimtelijke kwaliteit te bewaken. Niet aan alle gebieden hoeft de gemeente evenveel welstandsaandacht te geven. Een bedrijventerrein aan een hoofdroute verdient meer aandacht dan een bedrijventerrein dat ergens achteraf gelegen is.
[1] De algemene welstandscriteria zijn opgesteld in samenwerking met prof. Ir. Tj. Dijkstra en gebaseerd op de notitie 'Architectonische kwaliteit, een notitie over architectuurbeleid' die hij schreef als Rijksbouwmeester.