3.3 Ruimtelijke structuur en morfologie
De Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal zijn beide gevormd door de rivieren. Het landschap van de twee gebieden is echter verschillend. Het betreffende deel van het Land van Maas en Waal bestaat in feite uit één groot komgebied met in het noorden langs de Waal een breed aaneengesloten stroomruggebied. Langs de bochtige Maas is sprake van een smaller en meer gefragmenteerde stroomrug. Midden in het gebied komen tevens enkele rivierduinen aan de oppervlakte.
Het oostelijke deel van de Bommelerwaard daarentegen bestaat uit meerdere komgronden die onderling door verscheidene stroomruggen gescheiden zijn. Zo ligt er bijvoorbeeld ook midden in het gebied een oeverwal met daarop enkele kernen. Dit grilligere landschap wordt dan ook gekenmerkt door een onregelmatig patroon van kleinschaligere poldereenheden. De Bommelerwaard heeft daarbij tevens een open karakter, doordat de smallere oeverwallen relatief weinig begroeid zijn. De noordelijke oeverwal in het Land van Maas en Waal is breder en meer begroeid en in cultuur gebracht. Ook de middenzone met zijn landschappelijke elementen waaronder enkele landgoederen en eendenkooien, draagt ondanks de grotere schaal bij aan een gedifferentieerder landschappelijk beeld.
Doordat de beide gebieden in het rivierenlandschap liggen, is de landschappelijke en ruimtelijke structuur op hoofdlijnen gelijk. Buitendijks liggen de uiterwaarden. Het binnendijkse landschap bestaat uit de stroomruggen en het komgrondgebied.