Landelijk gebied, Linies en Rivieren: Kenmerken
Doesburg is ontstaan op een goed verdedigbare plek bij de samenvloeiing van IJssel en Oude IJssel, waar een oude handelsroute de IJssel kruiste. Daardoor ontwikkelde Doesburg zich als handelsnederzetting en als vestingstad. De bebouwde gebieden van Doesburg zijn van oudsher op een bijzondere manier verbonden met het landschap. Het landschap dringt via de rivieren en de voormalige vestingwerken tot diep in het stedelijk gebied door. Deze landschappelijke zones structureren het stedelijk gebied en dragen sterk bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde gebieden. Ook het landschap buiten de stad is gevarieerd, ondanks de beperkte oppervlakte van de gemeente Doesburg. Een groot deel daarvan heeft van oudsher een agrarische functie, maar ook toerisme en recreatie zijn van belang. Naast de rivieren, de oude riviertakken en de vestingwerken is ook de weginfrastructuur structurerend voor het landschap, zoals de oude handelsroute langs de Oude IJssel en de huidige provinciale wegen.
IJssel, Oude IJssel en Broekhuizenwater; Rivierenlandschap
De rivieren die bij Doesburg samenvloeien zijn, omdat ze vroeger veelvuldig hun loop veranderden, sterk bepalend voor het huidige landschap. Oude rivierlopen die nog aanwezig zijn dragen door hun kleinschalige en groene karakter sterk bij aan de ruimtelijke kwaliteit. De huidige rivieren zijn grootschaliger en rationeler vormgegeven, maar bezitten juist daardoor een eigen ruimtelijke kwaliteit. Civiele kunstwerken als het sluizencomplex bij de Barend Ubbinkweg, de IJsselbrug voor de N317, dijken, kades etc. leveren een eigen bijdrage aan de beeldkwaliteit van Doesburg. De rivieren maken ook deel uit van het militaire landschap.
Hoge en Lage Linie: Militair landschap
De oude stad wordt in 1343 ommuurd en van grachten voorzien. In 1607 gaf Prins Maurits opdracht voor de aanleg van nieuwe vestingwerken. In het rampjaar 1672 werd Doesburg ingenomen door de Fransen, die in 1673 een groot deel van de fortificaties laten afgraven en delen van de grachten laten dempen. Restanten van de oude vestinggordel zijn terug te vinden in de contouren van de oude stadsgrachten. In 1697 wordt een nieuw verdedigingssysteem ontworpen door Menno van Coehoorn, dat ca. 1730 gereed kwam. Dit systeem komt ruim buiten de stad te liggen. Alleen bij de Ooipoort zien we opnieuw een hoornwerk terugkomen en ook bleven de Oude IJssel en de IJssel een rol spelen in de verdedigingsgordel. Deze vestingwerken worden aangeduid als “de Batterijen” of “Linie”. Men onderscheidt een Hoge Linie oostelijk van Doesburg en de Lage Linie langs de Oude IJssel. Aan de buitenzijde van de Linies was het schootsveld, een gebied dat vrij werd gehouden van bebouwing en opgaande beplanting. De Kraakselaan is de enige weg die van oorsprong de Linie doorsnijdt. Aan beide zijden van de weg is ter hoogte van de doorsnijding van de Linie een stenen muur gemetseld. Hierdoor kon de weg bij een naderende vijand snel worden afgesloten. In 1922 werd de vestingstatus van Doesburg opgeheven, maar pas in de jaren 50 werden Linies door het Rijk overgedragen aan de gemeente. Overigens werd het landschap rond Doesburg in die periode onderdeel van een nieuwe militaire verdedigingslinie: De Rijn-IJssellinie. Ditmaal tegen de dreiging vanuit de Sovjet-Unie. Kazematten en andere relicten zijn nog te vinden in de omgeving van de IJssel.
Hoge Linie
De Hoge Linie bestaat uit grondwallen van zand en klei, dat is vrijgekomen bij het graven van de aan de buitenzijde aanwezige gracht. Aan de binnenzijde van de wallen is een afwisseling aanwezig van taluds en laaggelegen vochtige hooilandjes. De taluds zijn beplant met bomen en doornige struiken. Ze zijn enigszins verwilderd waardoor het strakke profiel niet altijd meer duidelijk zichtbaar is. De gracht om de Hoge Linie heeft waarschijnlijk nog de vorm afkomstig uit het oorspronkelijke ontwerp. Door de openheid bovenop een deel van de Hoge Linie en het nog steeds open land ervoor, is de relatie tussen de Linie en het schootsveld nog authentiek. Direct achter de Hoge Linie ligt de komgrond het Griet. Dit is van oudsher een nat en moeilijk begaanbaar gebied. Er is nauwelijks bebouwing aanwezig en de bebouwing die er is, is relatief nieuw. Het Griet vormt het schootsveld van de Hoge Linie en dit moest vrij van bebouwing en beplanting blijven. De verkaveling is in tegenstelling tot de verkaveling op de oeverwallen rechtlijnig, het gebied is veel later ontgonnen dan de oeverwallen. Vanaf het Griet is de linie mooi beleefbaar. Dwars door de Hoge Linie is de provinciale weg aangelegd op een grondlichaam, met brede sloten erlangs. Ter hoogte van de doorsnijding zijn de kenmerken van de linie niet meer goed afleesbaar, mede doordat in het schootsveld veel opgaande beplanting is ontstaan. De Hoge Linie heeft momenteel de functie van natuurgebied en is niet openbaar toegankelijk.
Lage Linie
De Lage Linie bestaat uit een grondwal met scherpe hoeken. De grondwal wordt op veel plekken begeleid door een sloot, soms een gracht en hoge bomenrijen. Over de grondwal voert een wandelroute, die vooral door de inwoners van Molenveld wordt gebruikt. Op twee plaatsen wordt de Lage Linie doorsneden door een toegangsweg naar De Ooi. Van het imposante Hoornwerk bij de Ooipoort is nauwelijks iets bewaard gebleven. Aan de buitenzijde van de Lage Linie ligt de dode arm van de Oude IJssel in een moerassig gebied, dat onderdeel was van de verdedigingslinie. Op een aantal plekken is het open schootsveld nog te ervaren. Maar de beplanting langs de oude rivierarm en de bebouwing van De Ooi beperken het uitzicht enigszins. Aan de binnenzijde heeft het gebied tot aan de Oranjesingel nog enigszins een open karakter. Hier liggen onder meer sportvelden en wat verspreide bebouwing.
Historische en hedendaagse Hoofdroutes
Langs de noordoever van de Oude IJssel ligt van oudsher de handelsroute, waar de stad haar welvaart aan dankte. Deze vroegere hessenweg werd in de 19de eeuw getransformeerd in de Rijksweg Doesburg-Anholt. Ze liep over de Kraakselaan naar de binnenstad en vervolgens via de schipbrug naar de Dierensedijk. Over dit tracé liep tot 1953 een trambaan. De huidige provinciale weg kwam in de plaats van de oude rijksweg en werd om de binnenstad geleid naar een brug over de IJssel. De passage van de Hoge Linie, de binnenstad en de IJssel zijn bijzondere punten in de beleving. Ook deze weg is structurerend voor de stad, evenals de provinciale weg langs de IJssel richting Giesbeek.
Fraterwaard en Stadsweiden; Uiterwaardenlandschap
De Fraterwaard en de Stadsweiden zijn gevormd door de IJssel. De middeleeuwse IJsselloop (de huidige Lamme IJssel) vormt de grens tussen beide uiterwaarden. Beide worden overigens doorsneden door een nieuwere bochtafsnijding. De uiterwaarden kennen verder lange zichtlijnen en glooiingen in het landschap. De vruchtbare grond in de uiterwaarden was geschikt voor landbouw, maar was natuurlijk wel overstromingsgevoelig. In de Fraterwaard liggen enkele fraaie oude boerderijen op pollen (terpen). Het zijn grote gebouwen met overwegend doorgaand dakvlak. De daken zijn bedekt met pannen. Ook de bijgebouwen op de erven hebben als kenmerk het grote doorgaande dakvlak. Hierdoor worden de erven, vanaf een afstand gezien, voornamelijk beleefd aan de daken. De klei in de uiterwaarden was geschikt als grondstof voor baksteenfabricage. In de Fraterwaard kwam deze in de tweede helft van de 19e eeuw in bescheiden mate op. Zoals aangegeven bij het militaire landschap zijn hier nog relicten van de Rijn-IJssellinie aanwezig.
Hoevelandschappen
Tegen de buitengrens van de gemeente liggen kleinschalige, agrarische hoevelandschappen die aansluiten op de landschappen daarbuiten. In het noordoosten bevindt zich een oeverwallencomplex rond de Eekstraat en Achter-Drempt met daarop verspreid een aantal oude bouwplaatsen en nog enkele waardevolle oude hoeven. In het noorden ligt aan een oude IJsselbocht het recreatieterrein Zwarte Schaar. Er is zowel dagrecreatie als verblijfsrecreatie. Dit terrein is omgeven door een dichte houtsingel. De buurtschap Beinum is ontstaan op enkele smalle zandruggen in het riviersysteem van de Oude IJssel. In de huidige wijk Beinum en grenzend daaraan zijn nog restanten van het oude agrarische hoevelandschap aanwezig.






