3. Organisatie van de welstand
De welstandsnota is een voorwaarde voor het uitvoeren van welstandstoezicht. De gemeenteraad stelt het beleid vast. Dat beleid is in deze nota omschreven en verbeeld.
In Brunssum is geen sprake meer van een welstandscommissie. Deze is vervangen door een stadsbouwmeester die de bouwplannen toetst aan de welstandscriteria in de voorliggende welstandsnota.
Om de aanvraag voor veel voorkomende kleine bouwwerken, zoals bijgebouwen en overkappingen, aan- en uitbouwen, gevelwijzigingen, dakkapellen en dergelijke, snel af te handelen zijn er sneltoetscriteria. Namens het college van burgemeester en wethouders voert in die gevallen een ambtenaar de welstandstoets uit, op basis van de sneltoetscriteria in de voorliggende nota. Zie voor meer informatie over kleine bouwplannen, en wat daaronder wordt verstaan, in het hoofdstuk “Sneltoetscriteria”.
De werking van de welstandsnota moet jaarlijks in de gemeenteraad worden geëvalueerd. Dat gebeurt aan de hand van het jaarverslag van de stadsbouwmeester en de rapportage van het college van burgemeester en wethouders over de wijze waarop uitvoering gegeven is aan het welstandstoezicht. De evaluatie kan tot gevolg hebben dat aanpassing van de welstandsnota noodzakelijk is.
Het college van burgemeester en wethouders verleent (of weigert) omgevingsvergunningen. Het college neemt pas een besluit over het verlenen of weigeren van een vergunning nadat het advies heeft ingewonnen bij de stadsbouwmeester.
Het college volgt in de regel het advies van de stadsbouwmeester, maar kan er in uitzonderlijke gevallen ook van afwijken (zie hoofdstuk hardheidsclaussule). Mochten deze gevallen zich voordoen, dan stelt het college de stadsbouwmeester hiervan schriftelijk op de hoogte, inclusief een motivering.
Op de website www.rijksoverheid.nl staat precies aangegeven voor welk bouwwerken een omgevingsvergunning noodzakelijk is. Plannen waarvoor geen omgevingsvergunning noodzakelijk is, zijn welstandsvrij.
Werkwijze stadsbouwmeester
Het advies van de stadsbouwmeester geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving, voldoet aan redelijke eisen van welstand. Beoordeling vindt plaats aan de hand van de tekst in de welstandsnota.
Het advies wordt schriftelijk vastgelegd. Het welstandsadvies bevat een korte omschrijving van het ingediende plan, een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria en een samenvatting van de planbeoordeling.
De stadsbouwmeester stelt één maal per jaar een verslag op van de door hem of haar verrichte werkzaamheden. In het verslag geeft de stadsbouwmeester aan hoe toepassing is gegeven aan de welstandscriteria. Ten behoeve van het jaarverslag vindt een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het college en/of de raad en de stadsbouwmeester.
Indien gewenst kunnen burgers en politici ook een bijdrage leveren aan de jaarlijkse evaluatie.
Openbaarheid
De stadsbouwmeester is regelmatig aanwezig op een spreekuur waar initiatieven kunnen worden besproken. Initiatiefnemers kunnen een toelichting krijgen op de welstandsnota en de specifieke beeldkwaliteit voor hun wijk of deelgebied en zij komen dan ook te weten welke kansen en mogelijkheden er voor bouwplannen zijn. Daarna kunnen zij met een architect aan de slag om de plannen uit te werken op basis van de kaders die zij hebben meegekregen.
Vervolgens worden deze uitgewerkte plannen getoetst aan de welstandsnota.
Om de aanvraag voor veel voorkomende kleine bouwwerken, zoals bijgebouwen en overkappingen, aan- en uitbouwen, gevelwijzigingen, dakkapellen en dergelijke (zie hoofdstuk 5), snel af te handelen zijn er sneltoetscriteria. Namens het college van burgemeester en wethouders voert in die gevallen een ambtenaar de welstandstoets uit, op basis van de sneltoetscriteria in de voorliggende nota.
De overige omgevingsvergunningsplichtige bouwplannen worden door de stadsbouwmeester in de regel één keer in de twee weken op een vaste locatie bij de gemeente getoetst. De vergadering is openbaar. Tijdstip en plaats van de vergadering wordt gepubliceerd. De agenda voor de vergadering wordt op het gemeentehuis ter inzage gelegd en gepubliceerd op de gemeentelijke websites.
In gevallen als bedoeld in art 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur (bijvoorbeeld ter eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer of ter voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken personen of derden) is de vergadering, of een deel daarvan, niet openbaar.
Tijdens de vergadering wordt alleen aan opdrachtgevers en ontwerpers gelegenheid geboden tot spreekrecht.
Voor verder informatie over werkwijze en verantwoording wordt verwezen naar de Bouwverordening van de gemeente Brunssum, te vinden op www.brunssum.nl.
Handhaving
Als voor een vergunningplichtig bouwwerk geen vergunning is aangevraagd of als het bouwwerk na realisering afwijkt van de vergunningstekening, krijgt de eigenaar alsnog gelegenheid een vergunning aan te vragen voor het gerealiseerde bouwwerk, mits het kan worden gelegaliseerd. Als de vergunning moet worden geweigerd, bijvoorbeeld vanwege een negatief welstandsadvies, dan zal de eigenaar de situatie moeten veranderen. Het college kan dan de eigenaar aanschrijven om binnen een bepaalde termijn de strijdigheid op te heffen.

