2.3 Ordening kenmerken

Gebieden:

Het grondgebied van de gemeente wordt verdeeld in gebiedstypen, dat wil zeggen gebieden die de dezelfde kenmerken dragen. Voorbeelden zijn: historische stads- en dorpsgebieden en het agrarisch buitengebied. Vervolgens wordt een waardering van de gebieden gemaakt. Sommige gebieden kennen al zo'n waardering. Het zijn de Beschermde stads- en dorpsgezichten en de Beschermde Buitenplaatsen. De redengevende omschrijvingen worden in de nota van toepassing verklaard, ook voor de welstandstoets. Voor de gebieden in ontwikkeling bestaan veelal reeds randvoorwaarden in de vorm van een beeldkwaliteitplan. De betreffende plannen worden in de nota van toepassing verklaard (zie bijlage 2).

Gebouwen:

Er zijn gebouwen (of ensembles van gebouwen) die zich niet laten vangen in een gebiedsbeschrijving. Vormen deze een apart type dan worden daar aparte omschrijvingen voor gemaakt en een bijbehorende waardering. Hetzelfde geldt voor ensembles van gebouwen. Voorbeelden daarvan zijn: molens en specifieke boerderijtypen. Er zijn ook groepen bouwwerken die een aparte waardering kennen. Dat zijn de monumentenlijsten van rijk en gemeente. De bijbehorende waardestelling wordt in de nota van toepassing verklaard en op een lijst aan de nota toegevoegd.

Objecten:

Tenslotte zijn er objecten die zich lenen voor aparte toetsing. Voorbeelden daarvan zijn: dakkapellen en erfafscheidingen.

afdrukken