2.1 Aanpak toetsingskader

De welstandsadvisering vindt plaats op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), de Woningwet en het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Naar verwachting treedt medio 2012 een gewijzigd Bor in werking, waardoor het voor gemeenten niet langer verplicht is de welstandscommissie om advies te vragen. Gemeenten kunnen dan zelf kiezen of en wanneer ze de welstandscommissie inschakelen. Hiermee wordt ook een ambtelijke welstandstoets mogelijk.

Bouwplannen moeten voldoen aan ‘redelijke eisen van welstand’. Hiertoe stelt de gemeente een welstandsnota vast met criteria, die een uitwerking vormen van ‘redelijke eisen’. De criteria worden waar mogelijk gespecificeerd per gebied en categorie bouwwerken. Naast deze gebieds- en objectcriteria bevat de welstandsnota ook algemene criteria, die gelden als algemeen geldende ontwerpprincipes. Algemene criteria zijn echter onvoldoende concreet om een welstandsadvies op te baseren, maar dienen als achtervang om afwijkingen van het reguliere beleid te motiveren of om gebiedscriteria te kunnen duiden.

De wetgever onderscheidt twee categorieën plannen:

  • omgevingsvergunningplichtige bouwwerken
  • omgevingsvergunningvrije bouwwerken

Alleen aan de eerste categorie kunnen welstandseisen worden gesteld. Waar de commissie naar kijkt hangt, behalve van het plan zelf, af van de omgeving van het plan. Betreft het een bestaande omgeving, dan wordt het toetsingskader daaraan ontleend. Is het een nieuwe ontwikkeling, dan wordt het kader ontleend aan de (stedenbouwkundige) randvoorwaarden of het beeldkwaliteitplan. Deze nota gaat in op het toetsingskader voor de bestaande bebouwde omgeving. De nieuwe plannen en beeldkwaliteitplannen van gebieden in wording worden in de nota genoemd en de bijbehorende beeldkwaliteitplannen van toepassing verklaard.

afdrukken