In de eerste helft van de twintigste eeuw zijn diverse complexen in het kader van de volkswoningbouw gerealiseerd. Velen daarvan kunnen worden getypeerd als tuindorpen. Kenmerkend is dat ze oorspronkelijk als samenhangend geheel zijn ontworpen met specifieke architectonisch/stedenbouwkundige kenmerken. De complexen zijn in hun oorspronkelijke opzet zowel stedenbouwkundig als architectonisch met zorg ontworpen.
In de loop der jaren is de oorspronkelijke inrichting van deze wijken vaak gewijzigd om tegemoet te komen aan de behoefte aan parkeerplaatsen, veilige speelplaatsen en (meer) groen. Daarnaast staat het karakteristieke beeld van de woningen onder druk door de behoefte aan modernisering en vergroting van de woningen. De samenhang binnen de complexen kan daarbij worden aangetast wanneer woningen individueel worden gerenoveerd of gewijzigd.
In de jaren twintig en dertig is een groot aantal wijken gebouwd waarvan de bouwstijl enigszins werd beinvloed door de architectuur van Frank Lloyd Wright. De woningen hebben forse kappen met ruime dakoverstekken en vaak accenten in de vorm van erkers en loggia's. De ambachtelijke detailleringen met glas-in-loodvensters en de verbanden in het fraaie donkere metselwerk geven de woningen een ingetogen allure. De opzet van deze tuinwijken is vaak ruimer dan de tuindorpen.