3.3.8 Buitengebied

De landschappelijke opbouw van de gemeente wordt gekenmerkt door het stroomgebied van de Maas en de Waal, uiterwaarden, oeverwallen en komgebieden. De bedijking van de Bommelerwaard is tussen de tiende of de elfde eeuw voltooid, waarna de ontginning van het poldergebied begon. De oorspronkelijke strokenverkaveling is plaatselijk nog duidelijk herkenbaar. De historische ontwikkelingsprocessen hebben geleid tot een aantal land–schapstypen, namelijk de uiterwaarden, de oeverwallen en de komgronden. Daarnaast komt nog ingepolderd uiterwaardenlandschap voor.
De meeste bebouwing en infrastructurele elementen zijn op de hoger en droger gelegen stroomruggen ontstaan. Na de aanleg van de dijken (en ervaringen met dijkdoorbraken) kwamen er ook verspreidt op verhoogde erven, vluchtheuvels of woerden. Het oorspronkelijke landschap op de stroomruggen heeft een besloten en kleinschalig karakter met een onregelmatige blokverkaveling en een dicht netwerk van slingerende wegen. De overgangen naar de rivier zijn vaak abrupt door de dijken op de buitenranden van de stroomruggen en langs de dorpskernen.

De overgang naar het komgrondengebied daarentegen is veel geleidelijker door een verdunning van bebouwing en beplanting. Verspreidt liggen agrarische bedrijfsclusters. Deze clusters van woonboerderijen met agrarische bedrijfsbebouwing zijn goed zichtbaar, zelfs bij omzoming door erfbeplanting.

Nieuwe agrarische bedrijven hebben meestal vrijstaande woningen op ruime kavels, georiënteerd op de openbare weg. Deze woningen hebben eenvoudige hoofd- en kapvormen, een traditionele bouwstijl en gedekte c.q. ingetogen kleuren, maar kennen wel een onderlinge variatie in hoogte, kapvormen en architectuur. Achter of naast de woningen liggen bijgebouwen en technische voorzieningen in een rechthoekig patroon. Door de schaalvergroting van agrarische bedrijven is de hiërarchie op de kavels van belang. De woning is vaak kleiner van schaal dan de bedrijfsbebouwing, maar komt wel prominent over door de positionering langs de weg. De overgang tussen bebouwing en landschap kan verbeterd worden door (streekeigen) beplanting.

afdrukken