1.2 Relatie met beleid

1.2.1 De structuurvisie

Om de kwaliteiten in ruimtelijke zin te continueren en daar waar deze nog te wensen overlaat te kunnen verbeteren heeft de gemeente Rheden structuurvisies opgesteld. Hierin wordt een stip op de horizon gezet ten aanzien de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de dorpen en het landelijk gebied. De ruimtelijke identiteit van elk het dorp wordt hierin geduid. Deze ruimtelijke visie moet onder andere vertaald worden in het uitvoerende beleid van de gemeente. Op die manier kan er gewerkt worden aan het ruimtelijke beeld dat ons voor ogen staat. Deze vertaling gebeurt in verschillende documenten waaronder het bestemmingsplan en de welstandnota. Deze twee laatste vormen samen het juridische kader waaraan de omgevingvergunning wordt getoetst ten aanzien van de ruimtelijke aanpassing van de gebouwde omgeving.

1.2.2 Bestemmingsplan

De voorschriften van het bestemmingsplan gaan in op de plaatsing, maatvoering en functie van bebouwing. De concrete welstandscriteria liggen in het verlengde van het bestemmingsplan en zijn overwegend architectonisch van aard (de verschijningsvorm). Ze zijn voornamelijk gericht op het realiseren van evenwichtige verhoudingen tussen volumes c.q. elementen en een verzorgd en samenhangend bebouwings- en straatbeeld.

1.2.3 Beeldkwaliteitplannen

Bij nieuwe ontwikkelingen die een ingrijpende wijziging van de ruimtelijke structuur tot gevolg hebben is het welstandsbeleid in de nota vaak niet toereikend. Daarom wordt dan in eerste instantie een projectgebonden beeldkwaliteitplan op- en vastgesteld. een beeldkwaliteitplan gaat verder dan alleen de criteria voor de bebouwing, het doet ook uitspraken over onder andere aspecten die van invloed zijn om de inrichting van onder andere de openbare ruimte en de groenvoorziening. Een beeldkwaliteitplan heeft daarmee een meer ontwikkelingsgericht karakter dan de meer op beheer van bebouwings- en contextgerichte welstandsnota. De criteria in de beeldkwaliteitplannen gericht op de verschijningsvorm van de gebouwde omgeving moeten als vervanging voor de criteria in de welstandsnota worden beschouwd voor de duur van het project. Een beeldkwaliteitsplan wordt dan ook vastgesteld als zijnde welstandsbeleid. In hoofdstuk 4 van deze nota is een actuele lijst met de geldende beeldkwaliteitplannen opgenomen. Deze lijst wordt 1x per jaar geactualiseerd. Wanneer de ruimtelijke ontwikkeling in de beheerfase is beland, zullen de beeldkwaliteitscriteria ten aanzien van de bebouwing worden opgenomen in de welstandsnota.

1.2.4 Erfgoednota/Beeldbepalende panden

In het kader van de Erfgoednota die gelijktijdig met deze nota wordt geactualiseerd, is uitvoering gegeven aan het beleidsprogramma van het college waarin is opgenomen dat ‘karakteristieke panden worden gekoesterd’. Deze beeldbepalende panden leveren door hun bijzondere beeldkwaliteit een extra bijdrage aan de identiteit en leefkwaliteit van het dorp. Als basis voor het de lijst met beeldbepalende panden is de groslijst gebruikt die ooit is opgesteld ten behoeve van het opstellen van de monumentenlijst. Deze groslijst is aangevuld met tips van 6 december 2016 11 inwoners die via de zogeheten Erfgoedwensen konden worden aangeleverd via Facebook, Twitter, kaarten, Welstandsenquête en tijdens de Open Monumentendagen. De panden die destijds net te laag scoorden voor de monumentenlijst of nu door inwoners zijn aangedragen, zijn getoetst aan de hand van de volgende criteria: situering, massa, vorm, gevelcompositie en kleur- en materiaalgebruik. Dit heeft geleid tot een selectie van panden die door een positieve score op meerdere criteria als beeldbepalend moeten worden aangemerkt.

1.2.5 Wettelijke basis voor welstandstoezicht

Met welstandstoezicht beschikt de gemeente als regisseur over een belangrijk wettelijk sturingsinstrument met betrekking tot de beeldkwaliteit van de bebouwde omgeving. Bij iedere aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of het betreffende bouwwerk niet in strijd is met ‘redelijke eisen van welstand’. Hiertoe adviseert een onafhankelijke commissie (de welstandscommissie) aan het college van B&W. Sinds 2004 werkt de gemeente met een welstandsnota, waarin de criteria zijn opgenomen waaraan bouwplannen worden getoetst. Dit biedt houvast voor zowel aanvragers, de directe omgeving, de welstandscommissie als de gemeente bij het ontwerp van en advisering over bouwplannen. De welstandsnota is niet bedoeld als dictaat. Enerzijds wordt rechtszekerheid en voorspelbaarheid geboden, maar anderzijds is er ruimte voor dialoog en afwijking van de spelregels, indien blijkt dat er betere alternatieven zijn. Kwaliteit ontstaat door dialoog en overleg. De wettelijke basis voor de uitvoering van welstandstoezicht ligt in de Wabo (art. 2.10), de Woningwet (art. 12 e.v.) In artikel 12a, lid 1 van de Woningwet wordt gesteld dat de gemeenteraad een welstandsnota vaststelt. Deze nota moet beleidsregels hebben waarin in ieder geval de criteria zijn opgenomen die het bevoegd gezag toepast bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft, voldoet. Bij de beoordeling wordt beoordeeld of het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd, als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand. De invulling van het begrip ‘redelijk’ is afhankelijk van de ambitie van de gemeente en de ruimtelijke kenmerken van gebieden en objecten.

afdrukken