Kleine technische bouwwerken (antenne etc.)
Standaard criteria
Het gaat hier om kleine bouwwerken met een technische functie, waarbij de functie in hoofdzaak het uiterlijk bepaalt. Bijvoorbeeld spriet- staaf en schotel antennes die van wezenlijk belang zijn voor het kunnen zenden en/of ontvangen van radio-, televisie- en andere communicatiesignalen. Het gaat hierbij niet om grotere bouwwerken dan calamiteitensirenes en antenne-installaties ten behoeve van mobiele telefonie. Ook kan het gaan om technische installatie bijvoorbeeld ten behoeve van luchtventilatie of zonnecollectoren. Deze kleine technische bouwwerken kunnen vrijstaand worden geplaatst of op/aan een bouwwerk worden aangebracht.
Criteria
Algemeen
- Zolang dit niet in strijd is met de functionaliteit van het technische bouwwerk dient de antenne opgenomen te worden in de architectuur van het gebouw waarop deze wordt aangebracht. Voorkomen dat allerlei losse toevoegingen het uiterlijk van het hoofdgebouw ontsieren.
- Plaatsing achter het hoofdgebouw en zoveel mogelijk onzichtbaar vanuit het openbare gebied.
- Het bouwwerk dient een ondergeschikt element te blijven ten opzichte van de omringende bebouwing en omgeving. Met name de hoogte, de bouwkundige uitwerking, detaillering en kleurgebruik mogen geen zwaar stempel op de omgeving drukken.
Plaatsing en aantal
- Plaatsing zoveel mogelijk uit het zicht vanuit openbaar gebied. Indien mogelijk altijd aan de achtergevel of op het achtererf en in ieder geval achter de voorgevellijn. Bij gestapelde woningbouw op het dak plaatsen of op het balkon aan achterzijde plaatsen binnen het inpandige van het balkon.
- Niet aan of bij monumenten, als beeldbepalend aangewezen panden of andere panden met een bijzondere betekenis.
- Maximaal één spriet-, staaf- of schotelantenne aan, op of bij een woning/pand.
- Meerdere gelijksoortige installaties op één gebouw worden op een vergelijkbare plaats aangebracht.
Vormgeving
- Bouwwerk en bijbehorende voorzieningen (bijv. mast, bedrading, tuidraden) als één geheel vormgeven.
- Indien zichtbaar vanaf de weg of het openbaar groen zo bescheiden mogelijk vormgegeven.
- Beperken van aantal tuidraden. Bij bevestiging aan gevel geen tuidraden (stabiliteit uit de bevestiging aan de gevelhalen).
Materiaal en kleur
- Materiaal en kleur onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot de omgeving.
- Geen felle, contrasterende kleuren maar antraciet of grijs of gelijk aan de kleur van het bouwwerk waaraan het is aangebracht.