Bestaande situatie

Gendringen heeft twee woongebieden uit de periode 1970-1990 die de inrichting van een woonerf met een groen karakter hebben. Beide zijn naar binnen gericht, hetgeen zich uit door de naar de omgeving gekeerde achtertuinen. Deze woongebieden hebben een min of meer rechthoekige hoofdweg met korte geknikte straten waaromheen de woningen gegroepeerd zijn. Er komen kleine sprongen in de rooilijn voor. Kenmerkend is de beslotenheid van het ruimtelijk beeld, zowel op de hoofdroutes als in de woonlobben. In Gendringen zijn bijna alle woningen naar de straten toegekeerd, in tegenstelling tot de meeste woonerfwijken in Nederland, waar woningblokken afwisselend met de voor- en achterzijde naar de straat gekeerd zijn. Het totaalbeeld is dan ook meer geordend dan meestal bij woonerven het geval is.

De erfafscheidingen van de, vaak ondiepe, voortuinen zijn meest laag en divers van karakter.

Kenmerken van het bebouwingsbeeld

Vrijwel alle woningen bestaan uit twee bouwlagen met een zadeldak. Waar daken zijn doorgezet over de aanbouwen kan de goothoogte van een pand verspringen. In veel gevallen zijn bergingen tegen de voorgevel aangebouwd, soms staan ze los in een rij voor de woningen opgesteld. De donkere dakpannen worden gecomplementeerd door rode of gele bakstenen gevels.

a. Ten noordwesten van de historische kern

De bebouwing bestaat veelal uit twee-onder-een-kap woningen, al dan niet geschakeld door garages, met enkele rijtjeswoningen daartussen. Soms zijn de voorgevels uitgebouwd. De gevels bezitten een horizontale opbouw. Kozijnen en andere houten delen zijn meest in donkere kleuren geschilderd.

b. Aan de zuidrand van Gendringen

Het bebouwingsbeeld van de koophuizen en de rijtjeswoningen in de zuidelijke buurt Touwslagersbaan verschilt deels van de hiervoor beschreven wijk. Hier zijn alle voordeuren rood en de kozijnen geel. Er staan rood/grijze schuren met plat dak in de voortuin, waaraan carports gekoppeld zijn met een halfdoorzichtige kunststofboog als dak.

Aan de rand bevinden zich grote twee-onder-een-kap woningen van dezelfde architectuur, maar vaak met een eigen kleurstelling.

Veranderingsproces

De meeste buurten uit deze periode functioneren in grote lijnen goed. Plaatselijk zijn beperkte aanpassingen van wooncomplexen nodig gebleken. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich vooral voor bij hoekwoningen en achtertuinen die naar de openbare ruimte gericht zijn. Waar afschermend groen ontbreekt, komen vaak schuttingen als erfafscheiding in het zicht.

afdrukken