Bestaande situatie
De gebieden met een woonerfkarakter zijn naar binnengericht en kennen een grillige opbouw. De woningen staan afwisselend met de voor- en achterzijden naar de straat gekeerd. Korte rijtjes woonbebouwing komen veel voor, maar ook halfvrijstaande en vrijstaande woningen zijn te vinden. Er is sprake van een grote afwisseling in plaatsing en oriëntatie van de woningen. Kleine sprongen in de rooilijnen, sterk wisselende kapvormen en nokhoogten dragen in hoge mate bij aan de ruimtelijke variatie en de kleinschalige informele sfeer. De openbare ruimte kent een informele inrichting, waarin, vooral in de grotere woongebieden, ruim aandacht is besteed aan groen. van de nieuwe alinea
4a woongebied Terborg - west
In Terborg - west vormt de Borgsche Rieten de hoofdroute. Vanaf de hoofdroute ontsluiten hofjes en korte woonstraten de woonbuurten. De buurten zijn opzichzelfstaand ontworpen en zijn van elkaar gescheiden door openbare groenzones. In deze onbebouwde zones zijn langzaamverkeersroutes opgenomen.
4b kleine woongebiedjes verspreid over de kern
In deze woongebiedjes bestaat de stedenbouwkundige opzet enkel uit een hofje of pleinvormige ruimte waar de bebouwing om heen gegroepeerd is. Elk woongebiedje is opzichzelfstaand ontworpen.
Kenmerken van het bebouwingsbeeld
4a woongebied Terborg - west
Sprongen in rooilijnen, wisselende kapvormen en nokhoogten geven dit woongebied variatie en een kleinschalige informele sfeer. Vrijwel alle woningen bestaan uit een tot twee bouwlagen met een kap. In veel gevallen zijn bergingen tegen de voorgevel aangebouwd, soms staan ze los in een rij voor de woningen opgesteld. De architectuur van de woningen is ingetogen. Het kleur- en materiaalgebruik sluit aan bij de jaren '70: ambachtelijke materialen; bruin hout, rode baksteen en donkere pannen. Dikwijls is het bruine hout overgeschilderd. Dit geldt zowel voor de kozijnen als de gevelbekleding.
Een uitzondering op bovenbeschreven bebouwingsbeeld vormen de lage flatgebouwen in het groengebied aan de Prins Willem Alexanderstraat. Deze kennen een meer formele opzet en zijn plat afgedekt.
4b kleine woongebiedjes verspreid over de kern
Elke woongebiedje is opzichzelfstaand ontworpen, wat tot uiting komt in de uiterlijke verschijningsvorm van de bebouwing. Daarbij gaat het om variatie in kleur, materiaalgebruik, kapvorm etc. Per woongebiedje is dit gelijk.
Veranderingsprocessen
De meeste buurten functioneren in grote lijnen goed en hebben hun hoofdopzet behouden. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich vooral voor bij achtertuinen die naar de straat gekeerd zijn en bij hoekwoningen. Waar afschermend openbaar groen ontbreekt of aan bewoners is overgedragen, komen achtererven ingevuld met schuttingen, schuurtjes, carports en garages in zicht. Deze ingrepen staan vaak op gespannen voet met de visuele kwaliteit van het publiek domein.