Bestaande situatie
Overzichtelijk, rustig en een relatief groen karakter zijn de kernwoorden voor deze woongebieden. De gebieden kennen een helder blokvormig stratenpatroon en er komen overwegend woningen voor. Rijen worden afgewisseld door dubbele en vrijstaande woningen. De woningen zijn in één rooilijn geplaatst en met de voorzijde naar de straat gelegen. De gebieden kennen een relatief groen karakter. Dit komt vooral door het groen in de voor- en zijtuinen. De tuinen worden van de weg gescheiden door lage erfafscheidingen of hagen. In het openbare gebied komen veelvuldig groenstroken en opgaande beplanting voor.
Kenmerken van het bebouwingsbeeld
De bebouwing kenmerkt zich door een eenvoudige hoofdmassa van twee bouwlagen, afgedekt met een zadeldak. De helling daarvan is meestal gelijk voor de hele buurt/ straat en ligt tussen de 30 en de 45 graden. De bouwblokken zijn voorzien van regelmatig geplaatste schoorstenen, een doorlopende gootlijn en een horizontale gevelindeling. De straathoeken zijn open, waarbij de woningen veelal een duidelijk onderscheid hebben tussen de voor- en zijgevel.
De detaillering, het materiaal- en kleurgebruik is sober gehouden. De gevels zijn opgetrokken uit bruinrode baksteen en de daken belegd met rode of antracietgrijze dakpannen. De kozijnen kennen een lichte kleur. Tussen de verschillende woningtypen komen kleine verschillen voor in raamformaten, baksteenkleur, detailleringen van ramen en voordeuren.
Veranderingsprocessen
De buurten uit deze periode hebben hun oorspronkelijke hoofdopzet behouden. Op detailniveau zijn vaak kleine wijzigingen doorgevoerd. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich met name voor bij hoekwoningen. Eigen erven aan de open zijde van de bouwblokken zijn in de loop der jaren ingevuld met schuttingen, schuurtjes, carports en garages. Deze ingrepen staan op gespannen voet met het oorspronkelijke groene en open karakter van deze straten.

