C Wederopbouwperiode
De gemeente Lingewaard neemt een bijzondere positie in als een van de weinige gemeenten in Gelderland waar voor alle kernen wederopbouwplannen zijn gemaakt. De zware oorlogsschade had tot gevolg dat nagenoeg alles herbouwd moest worden. Alle plannen zijn gemaakt door bekende architecten en stedenbouwkundigen als G.L. van Straaten (18961978) en W. Verschoor. De eerste ontwierp o.a. de plannen voor Angeren, Bemmel en Gendt. Verschoor zou het plan voor Huissen ontwerpen. De stedenbouw kundige plannen zijn allen in de geest van de opvattingen van de Delftse School tot stand gekomen. Aangezien ook de bebouwing grotendeels volgens deze traditionalistische visie tot stand kwam vertonen alle kernen in stedenbouw en architectuur een grote mate van eenheid en samenhang hetgeen een belangrijk aspect vormt van de huidige ruimtelijke kwaliteit en ook in hoge mate bijdraagt aan de unieke identiteit van Lingewaard. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen is het van belang de uitgangspunten van de wederopbouwplannen te respecteren als inspiratiebron te gebruiken.
Woningbouw
In de gemeente Lingewaard kunnen woningwetwoningen uit de vroegste periode van de wederopbouw worden aangetroffen, waarbij de invloed van de opvattingen van de Delftse School onmiskenbaar aanwezig is. In vergelijking met andere gemeenten gaat het hier om relatief grote aantallen die een bijzonder belangrijke bijdrage leveren aan de eigen identiteit van de dorpen en de stad Huissen. In de tot de voormalige gemeente Bemmel behorende dorpen zijn vrijwel al deze woningen in een tuindorpachtige sfeer gerealiseerd naar ontwerp van de bekende Nijmeegse architect Charles H.B. Estourgie (19102003). Hij ontwierp ook de twee, enige jaren geleden als gemeentelijk monument aangewezen, woningwetcomplexen aan de Essenpasstraat en omgeving en de Van Halstraat en omgeving te Gendt. Sommige van deze woningen zijn exemplarisch en op regionaal niveau zelfs uitzonderlijk in hun tot het uiterste doorgevoerde streekeigen karakter waarbij de woningen soms lijken op de voorhuizen van hallehuisboerderijen (o.a woningen aan de oostzijde van de Cuperstraat te Bemmel). Een bijzondere positie wordt daarnaast ingenomen door de eveneens in de stijl van de Delftse School gerealiseerde woningwetwoningen aan de Doelenstraat in Huissen. Individuele woningen uit de wederopbouwperiode zijn slechts beperkt gerealiseerd in Bemmel aan de Herkenrathweg en het Vossenhol en in Doornenburg aan de Pannerdenseweg.
Boerderijen
Ook het platteland had veel te lijden gehad van de oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zowel tijdens als na de oorlog werd hard gewerkt om de verwoeste boerderijen in het gebied weer functioneel te krijgen. In eerste instantie werden noodwoningen en stallen geplaatst. Door het ‘Bureau Wederopbouw Boerderijen’ werden later, op de plek van het oorspronkelijke erf, nieuwe moderne boerderijen gebouwd. Het beleid van het ‘Bureau Wederopbouw Boerderijen’ was dat het streekeigene werd gecombineerd met een moderne bedrijfsvoering. Dit resulteerde in de toepassing van het type van de T-boerderij in de stijl van de functionele Delftse school, waarbij tevens (in het plattegrond van bebouwing en erf) nieuwe ideeën over een efficiënt landbouwbedrijf werden toegepast. Pas later, in 1948 toen de wederopbouw door verschillende oorzaken achter bleef, werd steeds meer gepleit voor standaardisering van de boerderijen. In de voormalige gemeente Bemmel zijn 91 boerderijen [afb. 01] Woningbouw [afb. 02] De wederopbouwperiode 19401965 [afb. 03] Boerderijen [afb. 04] De wederopbouwperiode 19401965 [afb. 05] Overige individuele bebouwing De gids voor Ruimtelijke Kwaliteit Deel IV thema’s De gids voor Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Lingewaard herbouwd, in de gemeente Elst 98 en in de voormalige gemeente Huissen zijn 23 wederopbouwboerderijen gebouwd.
Overige individuele bebouwing
Tot de individuele gebouwen uit de wederopbouwperiode worden twee Kruisgebouwen in Gendt en Huissen gerekend, schoolgebouwen in Bemmel en Huissen, enkele fabrieks- en bedrijfsgebouwen zoals de steenfabriek in de Staartjeswaard bij Haalderen en een groot aantal kerken. Met name voor wat betreft de kerken neemt de gemeente Lingewaard in de provincie Gelderland een unieke positie in vanwege het, voor een gemeente van deze omvang, uitzonder lijk grote aantal cultuurhistorisch waardevolle Roomskatholieke en Hervormde kerken uit de wederopbouwperiode. Het stads en dorpsbeeld van nagenoeg alle kernen wordt gemarkeerd en verlevendigd door de silhouetten van fraai vormgegeven door landelijke bekende architecten ontworpen naoorlogse kerken met prominent aanwezige torens.
De Delftse School
De grondlegger van de vroegste traditionele stroming in de architectuur ‘de Delftse School’ was de Delftse hoogleraar prof. ir.M.J.Granpré Moliere. Hij streefde een bouwkunst met eeuwigheidswaarde na. Gebouwen met een duidelijke kloeke vorm, een plastische monumentaliteit en een gevel met een aangezicht waren een vereiste. Een belangrijk onderdeel van de architectuur zijn de roedeverdelingen in de ramen die de sobere, vaak robuuste architectuur een vriendelijke en vaak zelfs elegante uitstraling geven. Eveneens karakteristiek voor de Delftse School is de op de menselijke schaal gebaseerde architectuur, de toepassing van streek eigen ambachtelijk verwerkte materialen, handvorm bakstenen en met keramische pannen gedekte schild- of zadeldaken voorzien van duidelijke gemarkeerde schoorstenen. Deze laatste vormen vaak de tuit van een tuitgevel waardoor ze meer zijn dan alleen een schoorsteen en een essentieel onderdeel vormen van de vormgeving. Gaandeweg de jaren ’50 wordt de architectuur zakelijker. De traditionalistische kenmerken van de Delftse School worden dan gecombineerd met moderne constructies en materialen. Zo worden betonnen constructies in het zicht gelaten en worden deze gecombineerd met baksteen. Ook worden er sterk op esthetiek gerichte gevelonderdelen zoals vensteromlijstingen in de bouwwerken toe gepast. Dit wordt de ShakeHands architectuur genoemd, naar het nader tot elkaar komen van de traditionalistische stroming en de moderne stroming. Deze vorm van wederopbouwarchitectuur komt in mindere mate voor in Lingewaard. Rond 1955 krijgen ten slotte de industriële opvattingen langzaam maar zeker de overhand. Er worden standaardelementen gemaakt en toegepast, zoals ijle betonconstructies in de gevels en grote ruiten. Deze stroming heet het functionalisme en is nauwelijks terug te vinden in Lingewaard.









