Nieuwbouw
6.1.1. Definitie nieuwbouw
Algemeen
Nieuwbouw wordt als volgt gedefinieerd:
- Woningbouw:
o één of meerdere woningen,
o bij uitbreiding: het toevoegen van meer dan 50% van het oorspronkelijke bouwvolume, danwel het bouwen van meer dan 300 m3. - Niet woningbouw:
o het bouwen van een bouwvolume.
o het bouwen of het toevoegen van een bouwvolume (aan een bestaand gebouw) van meer dan 1.500 m3.
6.1.2. Beleidsuitgangspunten Welstand
Welstandsniveau
Voor nieuwbouw geldt het welstandsniveau van het gebied waar de nieuwbouw in is gesitueerd. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt door het college van burgemeesters en wethouders beoordeeld of er wordt afgeweken van dit welstandsniveau. Indien wordt besloten dat welstandsniveau 1 van kracht is, wordt het gehele bouwplan getoetst conform de objectgerichte criteria voor nieuwbouw. Bij welstandsniveau 2 wordt alleen de voorzijde en de zijde grenzend aan het openbare gebied getoetst. Bij welstandsniveau 3 is er geen welstandstoets.
Om het proces van de vergunningverlening in relatie tot de welstandstoetsing snel en soepel te laten verlopen, dient de dorpsbouwmeester in een zo vroeg mogelijk stadium van het planvormings- / ontwerpproces betrokken te worden. Middels het houden van vooroverleg kan de dorpsbouwmeester het ontwerp gedurende het planvormingsproces bijsturen. Wanneer de adviezen van de dorpsbouwmeester worden opgevolgd kan de formele aanvraag (voor wat betreft welstandstoetsing) snel afgehandeld worden.
6.1.3. Beoordelingscriteria nieuwbouw
Hoofdaspecten
Algemeen
- De stedenbouwkundige en architectonische samenhang staat bij elke ingreep voorop.
Plaatsing en situering
- De bebouwing richt zich in haar situering en verschijningsvorm op de maat, de schaal en de structuur van de omgeving.
- De panden staan met de voorgevel georiënteerd naar de straat, indien deze zichtbaar zijn vanaf de straat.
- Hoofdgebouwen staan aan de straatzijde, bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie.
- De ritmiek, de schaal en de hoogte van de bebouwing is afgestemd op die van de omgeving.
Massa en vorm
- De hoofdvorm van de gebouwen is eenduidig.
- Bij (vervangende) nieuwbouw conformeert het bouwwerk zich wat betreft massa en hoofdvorm aan de bebouwing in de omgeving.
- Bestaande doorzichten worden gehandhaafd.
- (Vervangende) nieuwbouw die een onderdeel vormt van een ensemble wordt afgestemd op het ensemble.
- Bijgebouwen zijn in hoofdvorm en kap afgestemd op die van het hoofdgebouw.
- Aanbouwen blijven onder of boven de lijn van de daklijst.