Wijzigingen woningwet 2003
De wijzigingen van de Woningwet hebben betrekking op de bouwvergunningsprocedure en het welstandstoezicht. In maart 2001 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de voorgestelde wijzigingen. Naar verwachting kan de nieuwe Woningwet in januari 2003 in werking treden. De belangrijkste onderdelen zijn:
- De huidige categorie-indeling van bouwactiviteiten vervalt, door het vervallen van de categorie 'meldingplichtig', het verruimen van de categorie 'vergunningvrij' en het onderverdelen van de categorie vergunningplichtig in regulier- en licht-vergunningplichtig. De maximale beslissingstermijn voor de reguliere procedure wordt 12 weken, voor de lichte procedure geldt een termijn van 6 weken. Welke bouwwerken vergunningvrij dan wel licht-vergunningplichtig zijn, is vastgelegd in een AMvB.
- Het artikel in de Woningwet over vergunningvrij bouwen geldt niet voor bouwen:
a. in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument zoals bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumenten-verordening, of
b. in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988. - Objectivering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht.
- Invoering van een gefaseerde vergunningverlening voor de reguliere vergunningaanvragen. Dit is bedoeld om vergunningaanvragers de mogelijkheid te bieden om in een vroeg planstadium op basis van voorlopige schetsen, een appellabel besluit van burgemeester en wethouders te vragen over een bouwplan. In eerste instantie wordt dan getoetst op het bestemmingsplan, de bouwverordening, de welstandsvereisten en de monumentenverordening, vervolgens op het Bouwbesluit.
De regering heeft in 1998 besloten om een onderzoekscommissie in te stellen die met aanbevelingen moest komen voor een vernieuwd welstandstoezicht. Dit onderzoek heeft geleid tot het rapport 'Welstand op een nieuwe leest'. De belangrijkste aanbevelingen van dit rapport zijn als volgt:
a. Het plaatsen van welstandstoezicht binnen een inhoudelijk kader.
b. Het inrichten van mogelijkheden tot meer rechtszekerheid biedend overleg.
c. Het verhogen van de kwaliteit van de advisering.
d. Het scheppen van efficiënte en transparante procedures.
De aanbevelingen in het rapport 'Welstand op een nieuwe leest' vormen de basis voor het ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet. In het kader van de gewenste objectivering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht, zijn de volgende wijzigingen voorgesteld:
- Toetsing aan redelijke eisen van welstand mag slechts dan plaatsvinden als gemeenten een welstandsnota met criteria hebben vastgesteld. Zonder de nota is geen welstandstoezicht mogelijk. De gemeenteraad krijgt na de inwerkingtreding van de nieuwe Woningwet 1,5 jaar de tijd om de welstandsnota vast te stellen. Op 1 juli 2004 moeten alle gemeenten over een volwaardige welstandsnota beschikken.
- Het beoordelingskader voor welstand bevat zowel gebiedsgerichte als objectgerichte criteria.
- Gemeenten mogen zelf bepalen of ze de licht-vergunningplichtige bouwwerken aan de welstandscommissie voorleggen of deze zelf beoordelen.
- Gemeenten kunnen gebieden of bepaalde categorieën van bouwwerken welstandsvrij verklaren.
- Het wordt mogelijk om repressief op te treden wanneer een vergunningvrij bouwwerk volgens B&W in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. Daarvoor moeten criteria worden opgenomen in de welstandsnota.
- Welstandscommissies vergaderen in het openbaar.
- De maximale zittingsduur van de leden en de voorzitter van de commissie is vastgesteld op drie jaar per gemeente, met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging van 3 jaar.
- Het gemeentebestuur en de welstandscommissie stellen beide een jaarverslag op waarin zij verantwoording afleggen over het toegepaste welstandsbeleid.
- Gemeenten mogen in plaats van een welstandscommissie ook een stadsbouwmeester benoemen. Dit is een onafhankelijke extern deskundige.
- De eis dat de welstandscommissie deskundig moet zijn, vervalt. In de nieuwe wet is alleen sprake van een 'onafhankelijke commissie'. Dit maakt het mogelijk om naast deskundigen ook geïnteresseerde burgers in de commissie op te nemen.
- Naast het afwijken van het welstandsadvies op welstandsgronden, krijgen burgemeester en wethouders de wettelijke mogelijkheid om bij strijd van een bouwplan met redelijke eisen van welstand, toch de bouwvergunning te verlenen indien zij dit besluit met redenen kunnen omkleden.
- Burgemeester en wethouders kunnen, eventueel op advies van de welstandscommissie, ook afwijken van de welstandscriteria zelf. Dit kan gebeuren bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél aan redelijke eisen van welstand. In die gevallen moet worden verwezen naar algemene beoordelingscriteria die in de welstandsnota zijn opgenomen.