4.2.2 Dakopbouwen

Algemeen:

Zijn voor wat betreft positionering, maatvoering, verschijningsvorm, materiaal, kleur en detaillering

  • ondergeschikt aan het hoofdgebouw
  • afgestemd op het hoofdgebouw
  • gelijkvormig aan eerder geplaatste dakopbouw op hetzelfde bouwblok en gerangschikt op dezelfde horizontale lijn

Specifiek:

Positionering

  • gericht naar achterzijde
  • bij een individueel hoofdgebouw gecentreerd in het dakvlak of afgestemd op de gevelgeleding

Maatvoering

  •  de nokhoogte ligt maximaal 1 meter (3/4 dakpannen) boven de nokhoogte van de woning
  • de goot van de dakopbouw ligt onder de nok van de woning
  • breedte bij tussenwoningen: gelijk aan woningbreedte of tussen schoorstenen
  • bij hoekwoningen, twee-onder-één-kap-woningen en vrijstaande woningen: afstand tot dakrand(en) minimaal 1 meter Verschijningsvorm

  • de dakhelling dient identiek te zijn aan die van het bestaande dak
  • gevelgeleding afgestemd op de gevelgeleding van het hoofdgebouw
  • lange zijde maximaal transparant

Materiaal, kleur en detaillering

  • afgestemd op de bestaande bebouwing en bijdragend aan het gewenste ondergeschikte karakter

afdrukken