3.3.5 Woongebieden met diversiteit
Individuele woningbouw bestaat uit vrijstaande en twee-onder-één-kap-woningen, gesitueerd in rustieke woonbuurten in een ruime, groene setting door ruime kavels en openbare groenvoorzieningen. De kwalitatief goede bebouwing is gevarieerd, waarbij de voorgevel georiënteerd is op de straatzijde. De woningen bestaan over het algemeen uit één of twee bouwlagen voorzien van een veelal samengestelde kapvorm.
De bouwstijlen zijn divers en veelal gedetailleerd. In veel gevallen is sprake van een uitgesproken, herkenbare vormgeving, zowel in traditioneel georiënteerde architectuur (door het verwerken en opnieuw interpreteren van vormen en waarden uit het verleden) als in modernistische (rationalisme, waarbij strakke lijnen en het platte dak centraal staan) architectuur. Als er voldoende ruimte tussen de panden aanwezig is, wordt afwisseling veelal als niet-storend ervaren. Indien de kavels kleiner zijn en de ruimten tussen de woningen gering, kan de diversiteit een negatieve, ‘verrommelende invloed op het straatbeeld hebben. Het dichtbouwen van de ruimtes tussen de panden leidt tot een verdichting van het straatbeeld en gaat ten koste van het open en groene karakter van de wijk.
Ook de twee woongebieden in de groenzone direct om de vestinggracht kennen een grote diversiteit. Deze woonbebouwing bestaat vooral uit grote, statige en/of moderne villa’s op ruime, parkachtig ingerichte percelen. Deze woningen hebben vaak een samengestelde hoofdmassa met daarbij enkele aan- en/of uitbouwen, bijvoorbeeld in de vorm van erkers of serres. De dakvorm kan eenvoudig of samengesteld zijn. Elke woning heeft daarbij zijn specifieke architectonische vormgeving, vaak gerelateerd aan een bepaalde tijdsperiode. De woningen verschillen daardoor onderling, zowel qua massa en (kap)vorm als qua materiaal, kleur en detaillering. De samenhang in het omgevingsbeeld van deze gebieden wordt met name bepaald door de stedenbouwkundige opzet, de inrichting van de openbare ruimte, het groene karakter van de percelen en de positionering op de kavel. Op de grote kavels liggen de panden overwegend op enige afstand van de weg. De oriëntatie van de woningen is daarbij wisselend.


