Waarde en kernkwaliteiten
Monumenten behoren tot de cultuurhistorische waardevolle bebouwing van de gemeente. De gebouwen en terreinen hebben met name een cultuur– historische en/of architectuurhistorische waarde en dienen welstandshalve dan ook als zodanig behandeld te worden. Ze zijn zeer gevoelig als het gaat om nieuwe ontwikkelingen aan of nabij het bouwwerk, die de stedenbouw– kundige structuur en/of architectonische verschijningsvorm negatief kunnen beïnvloeden.
In de uiterwaarden, polders en het gebied van de Hollandse Waterlinie is nauwelijks sprake van bouwinitiatieven. Het gemeentelijk beleid is erop gericht om de bedrijvigheid uit de uiterwaarden te verplaatsen om ruimtelijk te maken voor het herstellen van de landschappelijke karakteristieken. Verder rest zich de bijzondere dijkbebouwing en cultuurhistorisch waardevolle elementen die onder gemeentelijke of rijksbescherming vallen. Eventuele (infrastructurele) bouwwerken in dit gebied zullen zorgvuldig moeten worden ingepast om de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden te behouden of te versterken.
De kernkwaliteiten voor monumenten en beschermde stads- en dorps– gezichten zijn beschreven in redengevende beschrijvingen. Daarbij geldt dat bij de beoordeling van verbouwingen in beginsel de stelregel dat de bescherming en instandhouding van de oorspronkelijke architectuur voorop staan gericht op het behouden en versterken van het karakter van het gebouw.
De criteria voor BEHOUD zijn in deze gebieden van toepassing.
De commissie hanteert bij de toets/beoordeling de volgende criteria
Het bouwplan
- versterkt de waarde en kernkwaliteiten van het deelgebied en is afgestemd op de stedenbouwkundige of landschappelijke structuur;
- versterkt de kwaliteit van de omgeving en de openbare ruimte en levert een positieve bijdrage aan de leefbaarheid en sociale veiligheid van de omgeving;
- vormt een versterking van markante stedenbouwkundige ruimten en locaties;
- richt zich op de openbare ruimte en de toegang vanaf het openbaar gebied is duidelijk herkenbaar;
- markeert het onderscheid tussen openbaar en privé-gebied duidelijk;
- heeft op zichzelf een evenwichtige opzet, die tot uitdrukking komt in samenhangende maatverhoudingen van buitenruimten, bouwvolumes, massa-opbouw, kapvorm en vlakverdelingen;
- versterkt de kernkwaliteiten van het ensemble en/of de gebouwtypologie;
- is afgestemd op de omgeving voor wat betreft positie, hoofdvorm, maat en schaal;
- heeft een herkenbaar en consequent uitgewerkt ontwerpconcept met esthetische kwaliteiten en de architectuur- of bouwstijl is gelijk aan de omgeving of is een gelijkwaardige interpretatie hiervan;
- heeft een samenhangende gevelindeling en kleurgebruik, en duurzame materialisering;
- heeft kenmerkende en beeldbepalende onderdelen, zoals dakranden, kozijnprofileringen, raamindelingen en glassoorten, die de architectuur ondersteunen;
- handhaaft, versterkt of herstelt de authenticiteit en samenhang van het bouwwerk bij verbouw of restauratie.*
* Het bepalen van de authenticiteit geschiedt middels een cultuurhistorische analyse van het bouwwerk en/of context.
* Bij waardevolle en complexe monumenten dient behoedzaam te worden omgegaan met de bestaande monumentale waarden. Een bouwhistorische analyse is een vereiste om goed inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het bouwwerk en om wijzigingen daaraan goed te kunnen inschatten/motiveren.
