KLEINE ZONNEVELDEN VOOR EIGEN GEBRUIK

Bij kleinschalige zonnevelden voor eigen gebruik gaat het om het gebruik van gronden van erven met woon- en bedrijfsbestemmingen en agrarische bouwpercelen voor opwekking van energie alleen voor het eigen bedrijf en/of de eigen woning. Voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond is altijd een omgevingsvergunning nodig, omdat dit niet binnen de landelijke, vergunningsvrije regels valt. Ook voor zonnepanelen op of nabij monumenten is altijd een vergunning nodig.

Voor de afweging bij kleinschalige opwekking van zonne-energie op de grond en voor eigen gebruik wordt uitgegaan van een voorkeursvolgorde conform de Zonneladder. De Zonneladder geeft vanuit zorgvuldig ruimtegebruik en beeldkwaliteit een voorkeursvolgorde aan voor het plaatsen van zonnepanelen. Zonnepanelen worden bij voorkeur op het dak geplaatst (trede 1). Pas wanneer er technische of beleidsmatige beperkingen zijn zoals bij monumenten, rietendakbedekking of onvoldoende of ongunstig gelegen dakoppervlak is een opstelling (voor eigen opwekking) op de grond mogelijk. Ook hierbij is een goede afweging, inpassing en voorkeursvolgorde van belang. Zo wordt in eerste instantie gezocht naar een locatie binnen het bouwvlak (trede 2). Alleen met een goede onderbouwing is plaatsing aansluitend aan het bouwvlak mogelijk (trede 3). In alle gevallen is het bestemmingsplan leidend.

VOORKEURSVOLGORDE VOOR HET PLAATSEN VAN ZONNEPANELEN CONFORM DE ZONNELADDER


Zonneladder

  1. Zon op dak
    a. Dak bijgebouwen
    b. Dak hoofdgebouw
  2. Binnen het bouwvlak
  3. Aansluitend aan bouwvlak

afdrukken