Windturbines of nieuwe windmolens
Beleid voor dit gebied
Beleidsuitgangspunten welstand
Windturbines kunnen voorkomen als solitair of als groep. In beide gevallen is het van belang de keuze van de locatie in relatie tot de hoogte van de windturbine zorgvuldig af te stemmen op de beleving van het landschap vanuit meerdere gezichtspunten. Daarbij gaat het onder meer om het hoogtelandschap in de omgeving, zoals bepaalde hoogtes in het landschap, kerktorens en andere hoge objecten. Ook de mate van openheid van het landschap is van invloed op de wijze waarop de windturbines zichtbaar zijn.
Wanneer meerdere windturbines met elkaar een groep vormen in de beleving is het van belang de wijze van groepering zorgvuldig te kiezen in relatie tot de impact op de omgeving. Een systematische opstelling op een lijn of een raster is doorgaans aan te bevelen boven een willekeurige opstelling. Aansluiting bij bepaalde grotere structuren in het landschap is denkbaar.
De vormgeving van de afzonderlijke windmolens ondersteunt de visuele samenhang van de groep, waar de windmolens deel van uitmaken. Dit komt enerzijds tot uitdrukking de overeenkomst in maatvoering en vormgeving van de windmolens.
De windmolens krijgen een ingetogen, utilitaire vormgeving, die ondermeer door neutraal kleurgebruik en het ontbreken van opschriften zo min mogelijk aandacht opeist in de beleving van het landschap. Op maaiveld wordt het oorspronkelijke landschap gerespecteerd in zijn mate van openheid, belijning en beplantingswijze.
Differentiatie welstandsniveaus
Windturbines hebben door hun hoogte grote invloed op de beleving van de omgeving. Daarom is hierbij welstandsniveau 1 van toepassing.