5.2.3 Betekenissen van vormen in sociaal-culturele context
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden gebruikt en uitgewerkt, zodat er concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit.
Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of ongeïnspireerd gebruikt, wordt een tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd.
Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen, krijgen zij een (algemeen geaccepteerde) zelfstandige betekenis en roepen zij, los van het gebruik en de constructie, bepaalde collectieve associaties op. Pilasters in classicistische gevels verwijzen naar zuilenstructuren van tempels en transparante gevels van glas en metaal roepen veelal associaties op met techniek en vooruitgang.
In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was, of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen. Hierdoor kunnen concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit.
Zorgvuldig gebruik van verwijzingen en associaties betekent onder meer dat er een bouwwerk ontstaat dat integer is richting zijn tijdsperiode, doordat het op grond van uiterlijke kenmerken in de tijd kan worden geplaatst waarin het werd gebouwd of verbouwd.
Bij restauraties is sprake van het herstel van elementen uit het verleden, maar bij nieuw- of verbouw in een bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet zijn wat authentiek is en wat nieuw wordt toegevoegd. Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het klakkeloos imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.
Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te 'begrijpen' als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan en als een verhaal van de geschiedenis van die omgeving. Daarom is het ook zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig met (stijl)vormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst.