Welstand gemeente Druten
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
5.2.1 Relatie tussen vorm, gebruik en constructie

Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat de verschijningsvorm een relatie heeft met het gebruik ervan en de wijze waarop het gemaakt is, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijn eigen samenhang en logica heeft.

Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel het welstandstoezicht slechts is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouwwerk niet los worden gezien van de eisen vanuit het gebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om een doelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de constructie. Ook wanneer tijdens het ontwerpproces andere aspecten dan gebruik en constructie de vorm gaan domineren, mag worden verwacht dat de uiteindelijke verschijningsvorm een begrijpelijke en herkenbare relatie houdt met zijn oorsprong. Daarmee is tegelijk gezegd dat de verschijningsvorm méér is dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen hebben, zoals de directe omgeving en de subjectieve betekenis die elk individu aan een vorm geeft vanuit zijn/haar sociaal-cultureel bepaalde belevingswereld. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan het realiseren van beeldende kunst in de openbare ruimte.

individuele woningbouw