Welstand gemeente Zutphen
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Thema 10 Gesloten bouwblokken (wederopbouw jaren 80/90)



Bestaande situatie

Algemeen

Na de tweede wereldoorlog, is Zutphen in de omgeving van het stationsgebied drastisch veranderd. De stedenbouwkundige structuur is gewijzigd, waardoor de aansluiting met de oude stad en het station een abrupte overgang krijgt. Diverse bouwblokken zijn geplaatst, waarbij een grote productie na is gestreefd van woningen en eventuele andere functies daaronder. De productie van woningen kreeg een meer gestandaardiseerd karakter, maar bleef in zijn vormgeving aansluiten bij de traditionele stedenbouwkundige en ambachtelijke architectonische cultuur. Diverse kenmerkende stijlelementen van de wederopbouwperiode komen hier voor. Met name de afwisseling van metselwerkvlakken, de betonaccenten in de gevels en de plasticiteit door de aanwezigheid van de uitkragende balkons is kenmerkend.

Andere bouwblokken, gebouwd in de jaren '80 / '90 zijn ook aanwezig. De stijlkenmerken sluiten aan op de omliggende bebouwing.

Op de hoeken van de bouwblokken veelal geen verbijzonderingen voor. De individualiteit van de woning is in beperkte mate afleesbaar.

Stedenbouwkundige kenmerken

Het stratenpatroon is helder en efficiënt opgezet vanuit een eigen gedachte, waarbij de helderheid van de strokenbebouwing voorop stond.

De bebouwingshoogte van drie tot vijf bouwlagen is tamelijk uniform dit gebied en wisselt enigszins per architectonische eenheid.

In de meeste gevallen zijn de panden afgedekt met een kleine, flauw hellende kap die evenwijdig aan de straat loopt of plat. De kopgevels van de stroken hebben veelal een gesloten karakter. De langsgevels daarentegen hebben een open karakter door of het toepassen van grote puien of relatief grote kozijnen in de gevels. De entrees zijn verbijzonderd en zijn georienteerd naar de openbare ruimte.

De belangrijkste functie is wonen waarbij op de onderverdieping ook andere functies voorkomen, zoal winkels, ambachtelijke bedrijfjes en kantoortjes.

Kenmerken openbare ruimte

De openbare ruimte wordt in hoge mate bepaald door het gesloten karakter van de wanden en de architectonische uitwerking daarvan.

In de straatprofielen zijn geen voortuinen opgenomen, enkele brede straten zijn voorzien van bomen. De straten hebben daardoor een uitgesproken steenachtig karakter. De straatprofielen zijn veelal breed en bestaat uit rijbanen met aan weerszijde trottoirs. De noodzakelijke parkeerruimte is in het straatprofiel aangebracht. Het bestratingmateriaal bestaat van oorsprong uit gebakken klinkers en betontegels.

Kenmerken van het bebouwingsbeeld

Traditie en ambachtelijkheid, maar ook industriële accenten kenmerken de architectonische vormgeving van de bebouwing. Panden hebben een zeker individueel karakter. Waar een zelfde architectonische opbouw, maatvoering en detaillering over meerdere panden zijn doorgezet, ontstaan grotere architectonische eenheden in de straatwand.

Bij de wederopbouw zijn de gevelopeningen zijn vierkant of horizontaal gericht en in raamassen geordend. Bij de meer recente bebouwing zijn de gevelopeningen voornamelijk verticaal gericht.

De gevels tonen een zeker reliëf dat vooral veroorzaakt wordt door de toepassing van neggen en uitspringende dorpels en andere accenten in de gevels. De gevels zijn opgetrokken uit baksteen, afgewisseld met betonelementen. Naast de woningtoegangen dragen de oorspronkelijke puien van winkels en andere publiekstoegankelijke functies bij aan de leesbaarheid van de straatwanden.

10a Stationsstraat, Molengracht, Gasthuisstraat e.o.

Stationsstraat, Molengracht, Gasthuisstraat e.o.  Stationsstraat, Molengracht, Gasthuisstraat e.o.  Stationsstraat  Stationsstraat, Molengracht, Gasthuisstraat e.o.

De omgeving van het stationsgebied is ingevuld door een aantal stroken en half gesloten bouwblokken die in de wederopbouwperiode en in de jaren '90 zijn geplaatst. De grens tussen openbaar en privé gebied wordt gevormd door de gevels. Kenmerkend voor het stedenbouwkundig patroon van de wederopbouw is de aandacht voor de straathoeken en de zichtlijnen. Hier bevinden zich veelal belangrijke openbare gebouwen, in een hoogwaardige architectuur.

De straatprofielen zijn breed opgezet, met parkeerstroken en trottoirs aan beide zijden. De bestrating bestaat voornamelijk uit klinkers, de trottoirs zijn uitgevoerd in betontegels. Mede hierdoor en het ontbreken van voortuinen en grotere groenvoorzieningen, heeft het geheel een steenachtig karakter.

De bebouwing stamt uit de jaren '50 of de jaren '90 en is opgebouwd uit drie tot vier bouwlagen al dan niet met een kap.

De gevels zijn opgebouwd uit rode bakstenen, met grotere puien op de begane grond, hier zijn veelal andere functies dan wonen gevestigd. Bij gestapelde woningen, is aandacht besteed aan de entrees en de vormgeving van de balkons en de indeling van de gevels. De hellende daken zijn uitgevoerd als een zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat, de pannen zijn rood of antraciet. De goten zijn zorgvuldig gedetailleerd, door de aanwezigheid van de betimmeringen en de gootklossen. Bij platte daken, is de dakrand uitkragend en geprofileerd.

De gevelopeningen zijn per complex verschillend en zijn afwisselend horizontaal of verticaal gericht. Er zijn grote houten kozijnen toegepast, met een enkele indeling. De kleurstelling van de kozijnen is wit bij de panden uit de jaren '50 en donker bij de panden uit de jaren '90.

De bebouwing is met zorg vormgegeven en sober gedetailleerd, waarbij enkele ornamenten van beton in de gevel zijn opgenomen, zoals de balkons en de omlijstingen bij deuren en ramen. Balkons bestaan uit een betonplaat in combinatie met een stalen hekwerk of zijn geheel in beton uitgevoerd.

10b Martinetsingel, Roodsplein

Aan de Martinetsingel en de omgeving van het Roodsplein, zijn enkele half gesloten bouwblokken geplaatst in de jaren '80 en '90. De bouwblokken zijn geplaatst in de rooilijn en bestaan uit drie tot vijf lagen.

Vanwege het doorgaande karakter van de wegen, is het straatprofiel ruim opgezet, met fietsstroken, parkeervakken en trottoirs. In het profiel zijn enkele bomen opgenomen. Door de asfaltering en bestrating, het ontbreken van de voortuinen en de hoge gevels, krijgt het geheel een stenig karakter.

De grote bouwblokken zijn opgedeeld en vormgegeven als kleinere geschakelde onderdelen, die ieder afzonderlijk een eigen kap en bebouwingshoogte hebben. De kappen zijn op te delen in zadeldaken en schilddaken of zijn plat afgedekt of een combinatie daarvan. De hellende daken zijn voorzien van pannen of bitumen in een rode of antraciet kleur. Dakkapellen en -opbouwen komen niet voor. De gevels bestaan uit rood of geel metselwerk. Deze zijn vlak en voorzien van relatief kleine gevelopeningen, balkons zijn inpandig gesitueerd en presenteren zich door de balkonhekken of beplating. Ornamenten komen zelden voor, kleuraccenten worden toegepast bij kleine onderdelen, zoals kolommen.

Aanwezige dynamiek

De centrale ligging en de compacte opzet bieden een stedelijk milieu dat aantrekkelijk is voor stad- georiënteerde doelgroepen en kleinschalige werkgelegenheid. Vanwege het karakter van de straatwanden is behoud van de oorspronkelijke bebouwing steeds vaker uitgangpunt. Puien op het begane grond niveau waarbij winkels of andere publieksfuncties zijn gevestigd, wisselen van eigenaar, waardoor reclames of puien worden aangepast op de idividuele wensen.

Gesloten bouwblokken uit deze periode worden dan ook gekenmerkt door een matige dynamiek.

Kaart Thema 10Martinetsingel, RoodspleinStationsstraat, Molengracht, Gasthuisstraat e.o.