Welstand gemeente Druten
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de voorkant

Algemeen

  • Het bijgebouw of de overkapping is een ondergeschikte toevoeging bij het hoofdgebouw.
  • Er is geen ander bijgebouw en/of overkapping op het voor- of zijerf aanwezig.
Plaatsing

  • Afstand van overkapping tot voorgevellijn minimaal 1.00 m. en van bijgebouw tot voorgevellijn minimaal 3.00 m. (dus alleen plaatsing op zijerf mogelijk).
  • Afstand tot erfgrens minimaal 1.00 m. (vanaf erfafscheiding), tenzij bijgebouw/overkapping wat betreft materialisering en kleur is geïntegreerd in erfafscheiding.
  • Afstand tot gevels van het hoofdgebouw minimaal 2.00 m. voor bijgebouwen.
  • Overkapping met maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan twee zijden open.
Maatvoering

  • Goothoogte maximaal 3.00 m.
  • Oppervlakte maximaal 15 m2 of 50% van het oorspronkelijk voor- of zijerf is bebouwd.
  • Hoogte boeiboord maximaal 0.25 m.
Vormgeving

  • Architectuur passend bij de architectuur van hoofdgebouw of afgestemd op tuinkarakter (metselwerk of hout).
  • Hoofdvorm bestaande uit één bouwlaag met een rechthoekige plattegrond afgedekt met een plat dak.
  • Geen overmaat aan detailleringen, dus bescheiden overstek, boeiboord en ornamenten.
  • Materiaal en kleur gevels, kozijnen en profielen gelijk aan het hoofdgebouw. Geen golfplaat, betonplaten of damwandprofielen. Bij integratie met erfafscheiding materiaal- en kleurgebruik afgestemd op erfafscheiding.
Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de achterkant

Algemeen

  • Het bijgebouw of de overkapping is een ondergeschikte toevoeging bij het hoofdgebouw.
  • Er is geen ander bijgebouw en/of overkapping op het voor- of zijerf aanwezig.
Plaatsing

  • Afstand tot voorgevellijn minimaal 1.00 m.
  • Afstand tot erfgrens minimaal 1.00 m. (achter erfafscheiding), tenzij bijgebouw/overkapping wat betreft materialisering en kleur is geïntegreerd in erfafscheiding.
  • Afstand tot gevels van het hoofdgebouw minimaal 2.00 m. voor bijgebouwen.
  • Overkapping met maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan twee zijden open.
Maatvoering

  • Goothoogte maximaal 3.00 m.
  • Nokhoogte maximaal 4.50 m.
  • Oppervlakte maximaal 30 m2 of 50% van het oorspronkelijk voor- of zijerf is bebouwd.
  • Hoogte boeiboord maximaal 0.25 m.
Vormgeving

  • Architectuur passend bij de architectuur van hoofdgebouw of afgestemd op tuinkarakter (metselwerk of hout).
  • Hoofdvorm bestaande uit één bouwlaag met een rechthoekige plattegrond afgedekt met een plat dak of desgewenst een van het hoofdgebouw afgeleide kapvorm, -helling en nokrichting.
  • Geen overmaat aan detailleringen, dus bescheiden overstek, boeiboord en ornamenten.
  • Materiaal en kleur gevels, kozijnen en profielen gelijk aan het hoofdgebouw. Geen betonplaten of damwandprofielen.
  • Bij integratie met erfafscheiding materiaal- en kleurgebruik afgestemd op erfafscheiding.
Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de voorkant.Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de achterkant.