Welstand gemeente Druten
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Agrarisch landschap

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De gemeente Druten heeft een fraai buitengebied met plaatselijk hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarden. De visueel-ruimtelijke waarde van het buitengebied wordt grotendeels bepaald door de openheid en de relatieve rust en het contrast hiervan met de meer besloten stroomruggen. De cultuurhistorische waarde van het landschap wordt voornamelijk bepaald door de delen die sinds begin 20e eeuw nauwelijks meer veranderd zijn en goed bewaard zijn gebleven, waaronder natuurlijk de dijkstructuren. In delen van het buitengebied heeft echter de ruilverkaveling voor schaalvergroting in het landschap gezorgd.

Het buitengebied behoort tot het Land van Maas en Waal dat is aangewezen als zogenaamd Belvederegebied. Hierbij geldt het uitgangspunt dat de cultuurhistorische identiteit en waarden behouden, benut en waar nodig versterkt dienen te worden. Zowel de behoefte aan regionale eigenheid als het esthetische aspect van karakteristiek bouwstijlen en landschappen zijn daarbij belangrijke ingrediënten. De bebouwing speelt daarin weliswaar een belangrijke, maar visueel aan de landschappelijke kenmerken ondergeschikte rol. Tegelijkertijd is de bebouwing in het buitengebied van groot belang voor de agrarische activiteiten in het gebied. Het economisch produceren heeft tot gevolg dat standaard bedrijfsgebouwen opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen het beeld gaan bepalen. Bij de welstandstoetsing dient zorgvuldig met dit gegeven te worden omgegaan.

Uitgangspunten van het ruimtelijk beleid zijn dan ook het behoud van de open ruimte en de handhaving van het karakter van het landschap. In de komgronden horen betrekkelijk extensieve vormen van ruimtegebruik thuis, de relatief intensieve vormen van ruimtegebruik dienen in principe op de stroomruggen gesitueerd te worden. Bij de gronden langs bijzondere dijken en waterlopen staat het behoud en de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden voorop. Hoewel agrarische activiteiten hier voor een groot deel mede het karakter bepalen, worden aan de ontwikkeling ervan beperkingen opgelegd. Nieuwe vestiging van agrarische bedrijven in deze gebieden is uitgesloten, aangezien de uitbreiding hiervan in grote delen ongewenst is. Ook niet agrarische bedrijvigheid wordt in deze gebieden aan een strakke regelgeving onderworpen.

Bij het situeren van de agrarische bedrijfsbebouwing zijn aspecten als kavelafmeting, rangschikking en bedrijfsvoering bepalend. De geleding die hierdoor ontstaat, kan door juist gesitueerde beplanting versterkt worden. Belangrijk is, vooral bij verspreid en geïsoleerd staande complexen, het gevoel een afgeronde, beschutting biedende menselijke nederzetting te maken. Dit kan verloren gaan bij te grote volume- en vormverschillen. De invoeging van het nieuwe volume in het landschap moet echter ook een vanzelfsprekende plaats verkrijgen in het landschap. Van belang daarbij is vanuit welke locaties het complex kan worden waargenomen. De bestaande oriëntatiemogelijkheden en doorzichten dienen zo veel mogelijk gerespecteerd te worden. Hierdoor wordt de bebouwing geen incident in het landschap, maar kan het door zich naar het aanwezige ruimtelijke patroon te voegen, een meerwaarde zijn voor de bestaande ruimtelijke structuur.

Het welstandsbeleid gaat voor het buitengebied primair uit van het behouden en waar nodig versterken van de cultuurhistorische identiteit door gebruik te maken van de aanwezige landschappelijke en historische structuren en elementen. Bij nieuwe ontwikkelingen in het agrarische gebied dient de karakteristieke openheid van het buitengebied met de zelfstandigheid van de daarin gelegen dorpskernen gerespecteerd te worden.

Aan de streekeigen T-boerderijen wordt extra aandacht besteed middels een objectgerichte beoordelingskader, welke gebruikt dient te worden bij de welstandstoetsing van dergelijke bebouwing. Voor de veel voorkomende glastuinbouw in het buitengebied is tevens een apart objectgericht beoordelingskader opgesteld, welke gebruikt dient te worden bij de welstandstoetsing van dergelijke bebouwing. Voorts is voor de veel in dit gebied voorkomende agrarische bedrijfsbebouwing een aparte aanvullende set welstandscriteria opgenomen.

Welstandniveau

Het agrarisch landschap is als geheel aangemerkt als een regulier welstandsgebied; welstandsniveau 3.

Agrarisch landschap.Agrarisch landschap.Agrarisch landschap.