Sport- en recreatiegebieden

Waardebepaling, ontwikkeling en beleid

De grote open ruimtes en groene omlijstingen bepalen voor een groot deel het beeld van de diverse sportparken en -voorzieningen. De bebouwing speelt in principe een ondergeschikte, maar zeker niet onbelangrijke rol in het ruimtelijke beeld van dergelijke terreinen.

Een functioneel ontwerp van de gebouwen hoort bij deze complexen. De relatie en interactie tussen open ruimte en bebouwing is daardoor in geval van een sportkantine of clubgebouw meestal goed, terwijl er in geval van kleedruimtes, technische ruimtes, sanitaire voorzieningen e.d. doorgaans sprake is van een harde scheiding tussen gebouw en omgeving. Ook in kleurgebruik is er de ene keer sprake van passende en met de omgeving harmonierende kleuren, en de andere keer van sterk met de omgeving contrasterende kleuren.

Ontwikkelingen in de vorm van toevoegingen en uitbreidingen zijn in bepaalde gevallen mogelijk. Grootschalige ontwikkelingen bestaan voornamelijk uit nieuwe sport- of recreatiecomplexen met vaak een individuele vormgeving. Kleinschalige bebouwing zal meer bestaan uit toevoegingen, uitbreiding en vernieuwing van het bestaande door ouderdom of groei.

Het welstandstoezicht is gericht op het handhaven van de aanwezige kwaliteit van de bebouwing en de landschappelijke en stedenbouwkundige setting. Bij toevoeging of uitbreiding dient de vormgeving van het bestaande hoofdgebouw als uitgangspunt. Nieuwbouw of vervanging van bestaande bebouwing kan individueel ontworpen worden, waarbij expliciete en/of eigentijdse vormgeving mogelijk is. Aandacht voor transparantie en het materiaal- en kleurgebruik zijn hierbij de voornaamste uitgangspunten.

Welstandsniveau

Voor alle sport- en recreatieterreinen geldt het welstandsniveau 3; een regulier welstandsgebied.